Translate

donderdag 10 augustus 2017

Joseph Jaworski roept in Synchroniciteit herkenning en vervreemding op met ideeën over leiderschap


BOEK
Joseph Jaworski  Synchroniciteit. De innerlijke weg naar leiderschap. Met een inleiding door Peter Senge. Indigo. Zeist, 2000. Vertaling: Gerdie Brongers.


Kosmologische verbondenheid als noodzakelijke voorwaarde voor leiderschap. Met noties als heelheid, het meebuigen met het patroon van het universum, het creëren van voorspelbare wonderen en het samensmelten van de individuele vrijheid en de lotsbestemming. Jaworski introduceert nogal wat spirituele noties om zijn ideeën over leiderschap uiteen te zetten. Die maken soms een zweverige indruk maar dwingen door hun natuurwetenschappelijke fundering ook wel weer respect af. Een aantal van die noties herken ik, tot een aantal andere voel ik afstand. Taal vormt hierbij een belangrijke barrière, door zaken anders te formuleren zou meer herkenning ontstaan. Maar de nederigheid gebiedt ook te erkennen dat Jaworski een staat van bewustzijn in zijn leven heeft bereikt die voor veel leidinggevende stervelingen -in elk geval voor ondergetekende- waarschijnlijk niet is weggelegd.



Boeken over leiderschap? Ze kunnen mij maar zeer matig boeien! Uiteindelijk zijn ze allemaal tot dezelfde kernpunten terug te voeren. Ken uzelf, ken uw medewerkers, ken uw doelstellingen en ken uw omgeving. Elke leiderschapsgoeroe verwerkt deze punten in een bepaalde mix tot een model dat vervolgens de naam van diezelfde goeroe vermag te dragen. Het meest dramatisch blijkt dit tijdens sessies zoals MBA in één dag van Ben Tiggelaar. Die laat alle grote denkers op het gebied van leiderschap, meestal van Amerikaanse afkomst, de revue passeren. Uiteindelijk blijkt zijn voordracht telkens weer een variatie op het thema.










Tot een tijdje geleden. In de marge van een cursus Wijsheid in Leiderschap van de Comenius Leergangen liet een medecursist, directeur van een lokale Rabobank, zich ontvallen dat de hoogste baas van die bank, Wiebe Draijer, een boek had gelezen dat zijn leven ingrijpend had veranderd. Nou, dat is toch niet niks. Draijer is niet de eerste de beste en een leven dat onder invloed van een boek ingrijpend verandert, dat hoor je toch ook niet elke dag. Het boek Synchroniciteit van Jaworski, met een uitvoerig voorwoord van Peter Senge, dan toch maar eens gelezen. En ... beviel het? Ik hoor het u vragen. Mijn antwoord: het viel mij niet tegen.


Kwetsbaar

Om te beginnen. De auteur stelt zich in dit boek kwetsbaar op. En dat valt te prijzen. Jaworski heeft op zijn levenspad een aantal kluiven voor zijn kiezen gekregen. Zoals een moeizame relatie met zijn vader, een echtscheiding en een op het nippertje verijdelde moordaanslag. Daarover is hij openhartig. Die scheiding gaf hem de aanzet om naar zichzelf op zoek te gaan. Na vele jaren zag hij het licht in een verbondenheid met het universum. Die verbondenheid is de dragende gedachte achter de leiderschapstheorie die hij in dit boek etaleert.


Leiderschap volgens Jaworski

In essentie ziet die gedachte er als volgt uit. Voor Jaworski zijn relatie en betrokkenheid de ordenende principes voor leiderschap. Door ons open te stellen voor anderen, door lief te hebben en door onszelf te zien als onderdeel van een groter geheel, komen dingen spontaan tot stand. Voor dat grotere geheel verwijst hij naar gesprekken die hij gevoerd heeft met Bohm, een vriend en collega van Einstein. Bohm liet Jaworski inzien dat alles en iedereen in het universum met elkaar verbonden is. Er is dan ook een voortdurende wederzijdse beïnvloeding tussen dat universum en ogenschijnlijk op zichzelf staande gebeurtenissen. Anders geformuleerd: niets gebeurt "zo maar". 

Vanuit deze achtergrond komt hij tot de keuze voor de titel van zijn boek: synchroniciteit. Dat beschouwt hij als het ogenschijnlijk toevallig samenkomen van twee zaken die causaal geen verband met elkaar hebben in een gebeurtenis die zowel hoogst onwaarschijnlijk als hoogst belangrijk lijkt". Zo'n gebeurtenis is bijvoorbeeld de toevallige ontmoeting van mensen die je nodig hebt voor je doel. In die stroom moet je meegaan en de gelegenheid grijpen wanneer die zich voordoet. Op die manier worden we deel van een zich ontvouwende werkelijkheid. Daarin hoeven leiders zelf niet meer al te actief te zijn, als vanzelf komen voorspelbare wonderen tot stand. Zij moeten er volgens Jaworski vooral zijn en veel minder doen. Een goed gevoel voor timing en kleine ingrepen, dat zijn de belangrijkste leiderschapskwaliteiten. Maar dan is ook heel veel mogelijk!

Deze gedachten roepen bij mij zowel herkenning als ook afstand en vervreemding op.


Herkenning

Die herkenning zit in het feit dat een aantal gedachten van Jaworski aansluiten bij mijn persoonlijke ervaring als leidinggevende. Bij het lezen van een notie als 'er vooral zijn en minder doen' denk ik: "ja, dat klopt, die ervaring heb ik ook". Die ervaring is overigens mede gestoeld op de cursus Wijsheid in Leiderschap waar ook het taoïstische gedachtegoed voorbij kwam. Leiderschap is het ruimte bieden aan datgene wat ten diepste vanzelf gaat.


Afstand en vervreemding

Maar voor het overige is er toch ook veel afstand en vervreemding tot Jaworski. Het geheel maakt op mij ook wel een wat ongrijpbare indruk. Ik heb me de vraag gesteld wat daarvan de oorzaak zou kunnen zijn. Een aantal mogelijke verklaringen.


Je moet het zelf meegemaakt hebben

Je voelt dat Jaworski iets groots te pakken heeft. Iets waar je zelf nog niet aan toe bent en waar je mogelijk je hele werkzame leven wel niet aan toe zult komen. Het verhaal van Jaworski is een individuele getuigenis. De man doet in de loop van zijn leven een aantal spirituele inzichten op en verklaart die van toepassing op leiderschap. Die inzichten kunnen juist door het persoonlijke karakter moeilijk betwist worden. Het zijn zìjn inzichten en ervaringen. Maar juist dat spirituele en persoonlijke karakter creëert ook afstand. Je moet het allemaal zelf meegemaakt hebben om hem echt te kunnen volgen, was een gedachte die regelmatig in me opkwam bij het lezen.


Een reeks magische momenten of gewoon een goede netwerker?

Daar komt bij dat zijn taal die afstand nog verder vergroot. Jaworski zelf wijst aan het einde van zijn boek uitvoerig op het belang van taal. Die bepaalt veranderingen in onze waarneming en daarmee ons handelen. Door middel van taal creëren we de wereld. Maar juist met zijn taal schiet hij aan zijn doel voorbij. Zo spreekt hij over het zorgen voor voorspelbare wonderen. Dat klinkt nogal pathetisch. Zelf zou ik liever spreken over het creëren van condities waarin het toeval tot stand kan komen. En als dat toeval zijn werk eens een keer niet doet, is dat ook geen probleem. Kortom, iets meer nuchterheid. Ander voorbeeld. Op meerdere plaatsen in zijn boek steekt Jaworski de loftrompet over de interessante mensen die hij regelmatig ontmoet. Hij noemt dat een aaneenschakeling van magische ontmoetingen. Zouden die ontmoetingen ook niet gewoon een gevolg kunnen zijn van het feit dat Jaworski een begenadigd netwerker is?

Niek Jan van Kesteren, de voormalige directeur van werkgeversorganisatie VNO-NCW en in die hoedanigheid een toplobbyist, verklaarde bij zijn afscheid: "Je staat als een reiger langs de kant van de sloot en wacht af tot de vis voorbij komt. Ze moeten je niet zien" (de Volkskrant, 30 maart 2015). Zie hier hoe je met een krachtige metafoor duidelijk kunt maken dat niets doen soms beter is dan actief zijn. De kans is groot dat Jaworski en Van Kesteren hetzelfde bedoelen, maar de metafoor van de reiger werkt voor mij toch krachtiger dan die van het meebuigen met het universum.


Zou het echt?

Behalve het nederige besef dat Jaworski in zijn persoonlijke ontwikkeling wellicht verder is gekomen dan voor menige sterveling is weggelegd -in elk geval voor ondergetekende- is er nog een laatste verklaring voor de afstand die ik tot zijn gedachtegoed voel. Elk mens heeft recht op zijn eigen carrièrestap. Zo ook Jaworski. Maar op enig moment in zijn loopbaan maakt hij de overstap van het door hem opgerichte American Leadership Forum naar Shell. Ook die stap wordt met zeer veel pathetiek omgeven. Shell werkte in de jaren tachtig van de vorige eeuw aan een zeer veelbelovende methodiek van scenario-planning. Die zal zeker zijn aantrekkingskracht op Jaworski hebben uitgeoefend. Maar om die stap nu mede te verklaren vanuit een veldentheorie waarin onzichtbare krachten de ruimte en ons gedrag beïnvloeden? Het voert mij allemaal erg ver. Was het niet gewoon een interessante nieuwe functie met een vorstelijk salaris?


Tot slot

Met dank aan de medecursist van de Rabobank. Dit boek vormt zeker een positieve uitzondering op de reeks boeken over leiderschap die ik gelezen had. Blijf ik natuurlijk zitten met de vraag wat er met Wiebe Draijer is gebeurd.

Paul Strijp, 10 augustus 2017

Geen opmerkingen:

Een reactie posten