Translate

woensdag 28 juli 2021

Bloed en Honing van Irene van der Linden en Nicole Segers: winstwaarschuwing vanuit de Balkan dat het zomaar voorbij kan zijn

 

BOEK

Irene van der Linde (tekst) en Nicole Segers (foto's) Bloed en Honing. Ontmoetingen op de grenzen van de Balkan. Boom, Lecturis. Tweede druk. Amsterdam, maart 2021.


Denk niet dat er geen oorlog kan komen, de wereld waarin je leeft kan in één klap voorbij zijn. Dit is de kernboodschap van Van der Linde en Segers naar aanleiding van hun reizen door de Balkan. Daarover schreven zij een -wat zij zelf noemen- journaal. Een verhaal waarin beeld en tekst door elkaar lopen. Het resultaat is een meeslepend portret van een regio die het als voormalig Joegoslavië eigenlijk helemaal niet zo slecht had. Echter, met de oorlogen van de jaren negentig stak een etnisch nationalisme de kop op dat elke vorm van vreedzaam samenleven deed verdwijnen. Dat kan in Europa ook zo maar gebeuren, waarschuwden een aantal Balkan-inwoners met wie Van der Linde en Segers spraken. De lezer blijft met de vraag zitten hoe reëel deze waarschuwingen zijn. En met een beklemmend gevoel van uitzichtloosheid voor de Balkan zelf.



cover van het boek


In het voetspoor van Rebecca West

Van der Linde en Segers, redacteur bij De Groene Amsterdammer resp. documentair fotograaf, maakten tussen 2012 en 2020 vier reizen door de Balkan. Daarover schreven zij een reisjournaal, het boek Bloed en Honing. Zij begonnen niet zo maar aan deze reizen. Een belangrijke inspiratiebron was Rebecca West, pseudoniem voor Cicily Isabel Fairfield

West werd in 1892 geboren in Londen. Zij schreef romans, literaire kritieken, columns en artikelen.  In 1942 verscheen van haar hand het boek Black Lamb and Grey Falcon. Hierin doet zij verslag van een reis die zij in 1937 maakt naar Joegoslavië. Haar motief voor die reis? De wil om te begrijpen. West wilde snappen hoe de wereld eind jaren dertig uit balans was geraakt. Zij koos daarvoor de Balkan omdat de gebeurtenissen in deze regio volgens haar cruciaal waren voor Europa. Van der Linde en Segers worden door eenzelfde motief gedreven. "Net als Rebecca West destijds reizen Nicole en ik nu naar de Balkan in een periode van crisis in Europa. Van het triomfalisme uit het begin van deze eeuw is geen sprake meer, eerder van pessimisme", schrijft Van der Linde in de proloog.




kaart van door Van der Linden en Segers bezochte landen (gekleurd), aan binnenzijde boek


Historie...

De reis ging dus naar de landen die met elkaar het voormalige Joegoslavië vormden. De ondertitel van het boek daarentegen spreekt over de Balkan. Dat is licht verwarrend. Immers, de Balkan is méér dan voormalig Joegoslavië. Gelukkig geven de beide maaksters van het boek een korte historische duiding van de Balkan en de plaats van Joegoslavië daarin. 

De essentie van hun duiding is dat de Joegoslaven altijd de Zuid-Slaven hebben willen verenigen. Dat lukte aan het einde van de Eerste Wereldoorlog: het Servo-Kroatische smaldeel kwam toen samen in het koninkrijk Joegoslavië. Behalve de Zuid- waren er ook Noord-Slaven. Hiertoe behoren bijvoorbeeld de Polen en Slowaken. In dat koninkrijk is Kroatië sterk beïnvloed door het Habsburgse rijk van Oostenrijk en Hongarije. De overige delen van voormalig Joegoslavië stammen af van het Ottomaanse rijk, de Turken dus.


... en ziel van de Balkan

Prachtig is de duiding van de ziel van de Balkan aan de hand van de titel van het boek. "Bal betekent honing en kan bloed. (...) Wij zijn het land van bloed en honing. (...) Je bent hier nooit alleen, (...) Als je honger hebt, zal iedereen je een stuk brood te eten geven. Dat is de honing. De andere kant is dat we altijd vechten. Elke generatie maakt een keer oorlog mee. Dat is het bloed."

In het reisjournaal domineert overigens het conflict boven de solidariteit. De reeks tegenstellingen en spanningen die beide dames tijdens hun gesprekken ervaren hebben is schier oneindig. Zij voelden die naar eigen zeggen tussen Kroaten en Serviërs, Bosniakken en Serviërs, Bosniakken en Kroaten, Albanezen en Serviërs, Macedoniërs en Grieken, Macedoniërs en Albanezen en tussen Macedoniërs en Bulgaren.

Een Montenegrijnse gesprekspartner levert daarvoor de verklaring. "Je had het Westen, dat was de beschaving, je had het Oosten, dat waren de Ottomanen. En daartussenin zat de Balkan. Dat waren de vechters, de inwoners werden ingezet om de grenzen hier te beschermen en te behouden. Nu is het vechten een intern proces geworden." 


Hoe het zo mis kon gaan

Van der Linde en Segers roepen in hun reisjournaal regelmatig een sfeer van nostalgie op. Nogal wat inwoners van het voormalig Joegoslavië koesteren heimwee. Zij verlangen terug naar de jaren 1953 - 1980 onder leiding van president Tito. Hij smeedde van zijn land een eenheid zonder overheersing van de Serviërs. "Joegoslavië had alles: kolen, zilver, goud, industrie, auto's, landbouw. We hadden het beste paspoort ter wereld. We reisden overal heen, hadden werk. En elke republiek droeg iets anders bij: Kroaten hadden geld, mooie wegen en toerisme; Bosniërs hadden de mijnen, dat waren de werkers, de bergmensen; Macedoniërs hadden de tabak, de wijn, de warmte.", zo tekenden zij in Sarajevo op.

Zij laten zien hoe een trits aan oorzaken ervoor zorgde dat deze voor het Oostblok unieke staatsvorm als sneeuw voor de zon verdween. Allereerst het overlijden van Tito in 1980. Tito was een charismatisch figuur die altijd zijn eigen koers heeft gevaren. Zijn dood zorgde voor een machtsvacuüm. Een tweede oorzaak, meer van structurele aard, is de val van de Muur in 1989. Deze zorgde voor een dynamiek waarbij de communistische staten op drift raakten. Tegen deze achtergrond - en dat is de derde oorzaak - hield de Servische leider Milosovic in datzelfde jaar een historische speech. Daarin sloot hij geweld niet uit voor het versterken van de positie van Servië. Deze speech gaf de republieken Kroatië en Slovenië het duwtje voor het uitroepen van hun eigen onafhankelijkheid. Daarmee was de kiem gelegd voor alle oorlogsellende in Joegoslavië.


Collectieve schade op de Balkan

Wat is dertig jaar later het gevolg van dat alles geweest? Dat laten Van der Linde en Segers indringend zien. Zowel in woord als in beeld. Je voelt de pijn die zij geleden hebben tijdens hun reis. Die pijn zit in het etnisch nationalisme als gevolg van de opsplitsing van Joegoslavië. "Als er één ding zichtbaar is in al die landen waar we doorheen zijn gekomen, dan is het wel dit: als mensen zich terugtrekken in hun eigen groep, in hun eigen landje, dan leidt dit eerder tot stilstand en inertie dan tot ontwikkeling en passie." 

Vooral de teksten en foto's over de steden Sarajevo en Mostar in Bosnië-Herzegovina en Skopje in Macedonië tonen een monolithisch beeld. Dit waren voorheen kosmopolitische steden waarin diverse religies vreedzaam samenleefden. Nu plaatsen waar elke diversiteit ontbreekt. De foto's zijn dan ook statisch en laten nauwelijks dynamiek zien. Wel lethargie. Voor de jeugd valt er weinig te beleven. Veel jongeren willen dan ook weg, de werkloosheid en armoede ontvluchten.


Aanvullende trauma's

Los van deze collectieve schade voor alle landen die voorheen gezamenlijk Joegoslavië vormden, hebben sommige landen nog hun eigen trauma's. Zo draagt Kroatië als voormalige fascistische vazalstaat van Italië een oorlogsverleden mee. Veel inwoners ontkennen de gruweldaden juist.

Dat geldt ook voor Servië. Daar bestaat de genocide door landgenoten op de inwoners van de Bosnische moslimstad Visegrad in 1992 niet. "Visegrad is een zwart gat" kregen Van der Linde en Segers van een jongerenwerker in Sarajevo te horen. Op hetzelfde moment voelt Servië zich gefrustreerd, onbegrepen en vernederd. Dat komt vooral door de grote Europese steun voor de onafhankelijkheid van Kosovo, een land dat Servië als een afvallige provincie beschouwt. En dan te bedenken dat Servië sowieso al een hang heeft naar 'ongeluk, verdriet en ellende'. 


Meer dan geslaagd reisjournaal met één vraag

Dit reisjournaal is meer dan geslaagd. Als lezer word je meegezogen, je voelt je reisgenoot. Dat komt vooral door de afwisseling van relatief kleine stukjes tekst met indringend beeldmateriaal. Het is knap hoe Van der Linden en Segers bijna overal een statisch, pessimistisch, uitzichtloos en beklemmend sfeerbeeld weten op te roepen. De foto's en de teksten zijn congruent.

Eén vraag blijft hangen. Wat maakt dat de maaksters van het boek als belangrijkste boodschap een apocalyptische waarschuwing meegeven? Wat op de Balkan is gebeurd kan bij jullie in Europa ook zo maar gebeuren, kregen ze een aantal keren te horen. Kennelijk hebben die gesprekken indruk op hen gemaakt. Dat kan te maken hebben met hun overtuiging dat grensgebieden fungeren als spiegel voor het centrum. "Hier op de Balkan zie je wat Europa is", zeggen ze de Kroatische wetenschapper Krajina na.

Dat laat onverlet dat iets meer bespiegeling over deze parallel op zijn plaats was geweest. De contexten van de Balkan en Europa verschillen immers hemelsbreed. Welk scenario is denkbaar zodanig dat Europa uiteenvalt op een met de Balkan vergelijkbare wijze?


Hoe nu verder met de Balkan?

Los van de vraag wat er allemaal met Europa kan gebeuren blijft er een nog veel ongemakkelijker vraag liggen. Hoe moet het verder met de Balkan? Van der Linden en Segers schetsen op dit punt geen perspectief. Het is ook de vraag of dat er überhaupt is. Veel inwoners van de landen van het voormalige Joegoslavië koesteren de hoop op toetreding tot de Europese Unie. Maar die heeft op dit moment wel iets anders aan haar hoofd. Daar komt bij dat invloedrijke regeringsleiders als Merkel absoluut geen trek hebben in grensverschuivingen op de Balkan en daaruit voortkomende volksverhuizingen. 

Het perspectief voor de Balkan is dan ook beklemmend uitzichtloos. Dat is het werkelijk sombere gevoel dat dit reisjournaal op de lezer achterlaat.


Paul Strijp, 28 juli 2021


#bloedenhoning #balkan