Translate

woensdag 31 mei 2023

Johan Cruijff wordt er niet sympathieker op in de biografie die Auke Kok over hem schreef


BOEK

Auke Kok  Johan Cruijff. De biografie. Hollands Diep. Amsterdam, 2019. (met inlegvel als rectificatie)


De biografie, zo luidt de ambitieuze en zelfbewuste ondertitel. Deze doet recht aan de inspanningen van de auteur. Kok immers is de eerste die het volledige leven van Cruijff beschreven heeft. Van de wieg tot het graf, met alles erop en eraan. Voetbal-weetjes, privé-besognes, conflicten, onhebbelijkheden, dieptepunten en wat dies meer zij. Het beeld dat blijft hangen? Met zijn sterk geldzuchtige inslag wordt Cruijff er niet sympathieker op.


 




Een man die naast voetballen extreem goed was in dreigen. Hij was verslingerd aan het machtsspel, intimideren en chanteren waren zijn handelsmerken. Dat had ook te maken met zijn zuinige en materialistische inslag. Tezelfdertijd zat het helpen volgens sommigen in zijn DNA. Getuige bijvoorbeeld de oprichting van zijn Foundation waarmee hij kinderen met het syndroom van Down ondersteunde. En getuige ook zijn financiële hulp aan Spaanse kinderen uit de lagere sociale klassen, voor wie het golfen niet was weggelegd.

'Uitblinken en het gevaar opzoeken: het spel van Cruijff in een notendop'. Hij was dus allerminst risicomijdend. Tezelfdertijd was hij bang, vooral voor het vroegtijdig beëindigen van zijn voetbalcarrière vanwege een blessure. Immers, hoe moest hij dan zijn geld verdienen?

Zie hier twee dubbelzinnigheden in het karakter van Cruijff. Intimideren en helpen, het gevaar opzoeken en tezelfdertijd lijden aan angst. Ambivalenties die als rode draden door zijn leven lopen. Een leven dat zijn biograaf Auke Kok chronologisch beschrijft, te beginnen met zijn jeugd in het Amsterdamse Betondorp. Daar laat zijn vader Manus een onuitwisbare indruk op de jonge Johan achter.


Met Manus in Betondorp

Betondorp is de Amsterdamse wijk tegenover het voormalige Ajax-stadion De Meer, waar de ouders van Johan een groentezaak dreven. Zij gaven hem de eigenschappen mee waaruit de hiervoor genoemde ambivalenties voortkwamen. Onderhandelen en de ander helpen waren ingebakken in hun beider families. En Manus hield van lef en avontuur. Maar het werk viel hem zwaar.

'Feit was dat Manus het gesjouw met kratten levensmiddelen al eerder te zwaar was gaan vinden en hij daarom met Nel bezig was de groentewinkel te verkopen. (...) Manus wilde elders een sigarenwinkel beginnen: minder sjouwen, kortere werkdagen. En als sigarenhandelaar met de juiste licentie kon je toegangskaarten voor Ajax verkopen. Het zou er niet van komen. Manus Cruijff stierf op 45-jarige leeftijd aan een hartverlamming.'

Johan en zijn vader bewonderden elkaar over en weer. Hij was twaalf jaar oud toen zijn vader overleed. Na diens dood bleef Johan tegen hem praten. Ook ging hij op zoek naar andere mannen die als vaderfiguur voor hem konden en wilden optreden. En die hij soms om raad vroeg. De belangrijkste was Jany van der Veen, een jeugdtrainer die Cruijff naar eigen zeggen heeft gevormd.

Behalve zijn vader waren er nog drie personen zeer belangrijk tijdens zijn leven.


Zijn vrouw Danny, Cor Coster en Rinus Michels

In hoeverre zijn vrouw Danny een gelukkig leven met Cruijff heeft gehad, is een vraag waarmee Kok de lezer achterlaat. De aanwijzingen van de auteur stemmen niet bepaald vrolijk. Volgens Kok was er in het begin van hun verhouding sprake van een voortdurende krachtmeting. Danny zou zich telkens aan haar man moeten aanpassen, wars als ze was van publiciteit, voetbal en feestjes in de Jordaan. Voor zover uit deze biografie valt op te maken, hebben ze welgeteld één keer samen een gezellig weekend gehad. In Italië. En no doubt, thuis was Danny de baas.

Zijn schoonvader Cor Coster zag en benoemde Cruijff als een artikel. Een handelswaar dat hij voor iedereen duur wilde maken. Coster was ook de man die hem leerde te intimideren. En die hem 'de Wet van Coster' bijbracht: sla toe als de andere partij onder druk staat. Deze levenswijsheid was aan Cruijff welbesteed. Kok geeft een aantal voorbeelden van wedstrijden die Cruijff op het laatste moment aan zich voorbij liet gaan, omdat zijn superieuren weigerden om met het mes op de keel in te stemmen met zijn financiële eisen.

Tot slot, Rinus Michels. De man met wie hij een ronduit dubbelzinnige relatie onderhield. Een relatie die zich enerzijds kenmerkte door bewondering en wederzijdse waardering. Halverwege de jaren zestig noemde Cruijff zijn trainer 'een prachtkerel'. Jaren later echter, toen Michels bij de KNVB de scepter zwaaide, was er ronduit sprake van een machtsstrijd. Bovendien realiseerde Cruijff zich maar al te goed dat Michels van hem als speler afhankelijk was.

Behalve met zijn vader en deze drie personen heeft Cruijff zich in zijn leven verhouden tot tal van andere mensen. Die relaties liepen vaak op ruzie uit.


Conflicten, conflicten, met iedereen ruzie

Zijn broer Henny, Piet Keizer, Johan Neeskens, Louis van Gaal, de Barcelona-coryfeeën Nunez, Gaspart en Rexach, Hennes Weisweiler, Tscheu la Ling, Theo van Duivenbode en Dennis Bergkamp. Personen met wie Cruijff aan het einde van zijn leven in onmin leefde. Met sommigen van hen was hij ooit dikke maatjes. Het beeld dat Kok oproept is dat Cruijff deze mensen vrij koel aan de kant schoof als hij zijn zin niet kreeg. Het gevolg van dat alles? Zijn wereld verschrompelde steeds verder, aldus Kok. En alsof dit rijtje nog niet lang genoeg was, kon er ook nog een aantal organisaties aan toegevoegd worden: FC Barcelona, de KNVB, Ajax en Oranje. Dat waren zijn institutionele conflicten. Zeker voor de KNVB voelde hij diepe minachting.

De vraag rijst wat de onderliggende oorzaak was van deze veelheid aan ruzies. Kok waagt zich wijselijk niet aan een diepgaande psychologische analyse. Maar hij maakt één ding duidelijk: communiceren in de zin van een tweerichtingsverkeer met zijn gesprekspartner was -to put it mildly- niet Cruijffs sterkste kant. Empathie, het denken in termen van win-win, het luisteren-samenvatten-doorvragen als gesprekstechniek, mensenkennis, het bewustzijn van het effect van zijn aanwijzingen op anderen, het vermogen om een ander gelijk te geven: al deze eigenschappen waren hem vreemd. 


Humor en tragiek

Het mag natuurlijk niet ontbreken in een biografie over Johan Cruijff, de typisch Cruijffiaanse uitspraken, bemoeienis en humor. En die ontbreken dan ook niet. Eén voorbeeld dat mij aan het schaterlachen bracht.

"Zonnestralen ketsten af van het witte woon- en werkpaleis in Baarn toen koningin Juliana de complete Ajax-selectie, de trainers en begeleiders met champagne welkom heette. De 62-jarige vorstin bracht een toost uit op het Europese succes van haar sportieve onderdanen en iedereen was blij, op het olijke af. (...) 'U stopt ermee, heb ik gehoord,' hoorde hij Juliana tegen Vasović zeggen, de aanvoerder die inderdaad had aangekondigd zijn loopbaan te zullen beëindigen. 'Dan krijgt u zeker pensioen?' Pensioen: dat woord kende de Joegoslaaf niet. Cruijff, die het woord als geen ander kende, nam het van hem over. 'Dát is nu juist ons probleem,' legde hij de vorstin uit. 'We hébben geen pensioen.' Ongevraagd gaf hij de vorstin een college over de korte tijd waarin een voetballer zijn geld moest verdienen en de 'enorm progressieve belasting' die hem daarbij achtervolgde. (....) Een krankzinnige toestand, als je er goed over nadacht. Juliana moest toegeven dat ze van deze materie nog geen kennis had genomen. De vierentwintigjarige stervoetballer, die net als de andere Ajacieden een winstpremie van vijfentwintigduizend gulden tegemoet kon zien, opperde de mogelijkheid dat Hare Majesteit haar invloed zou aanwenden om dit onverteerbare fiscale onrecht de wereld uit te helpen. Hij zou er graag eens met haar over komen praten. (...) 'Meneer Cruijff,' zei Juliana, 'dan moet u bij de minister van Financiën zijn.'

Maar behalve humor bevat het boek ook tragiek. Tragisch is vooral het deel waarin Cruijff door een aantal zakelijke missers zich weer gedwongen zag de voetbalschoenen aan te trekken. Zijn vele miljoenen waren immers verdampt. Meesterlijk beschrijft Kok zijn aankomst in Amerika waar hij zijn geluk ging beproeven bij Los Angeles Aztecs. Hoe één van 's werelds beste voetballers terecht komt in een circus dat commercieel weliswaar aantrekkelijk was, maar sportief absoluut niets voorstelde. 

 "Ze arriveerden 's morgens vroeg op de internationale luchthaven van Los Angeles - Danny chagrijnig, omdat ze helemaal geen zin had in dit Amerikaanse avontuur, Johan opgewekt en laconiek. Het zou volgens hem allemaal goed komen. Ze werden opgevangen door Michael Kinsbergen, de zoon van een vriendin uit Amsterdam. De student vergaapte zich aan het beeld van Johan, Danny, Chantal, Susila, Jordi, hun bagage en hun huisdieren die in kooien waren meegenomen: een enigszins chaotisch gezelschap op de drempel van een nieuw bestaan. (...) Het immense stadion, met plaats voor meer dan honderdduizend mensen, was voor minder dan een tiende gevuld. Het illustreerde hoe weinig 'soccer' in Californië voorstelde. Cruijff zat er niet mee. Als bonus op zijn jaarsalaris van twee miljoen gulden zou hij een deel van de recette ontvangen. 'Dat pionierswerk trok me,' zou hij later zeggen."

De tragiek zou zich later herhalen. Bij het Spaanse Levante in 1981 bijvoorbeeld. En wat te denken van het feit dat Cruijff ook nog zijn opwachting maakte bij -het inmiddels allang ter ziele- DS'79 uit Dordrecht? 


Eindoordeel

Auke Kok laat een meesterwerk achter. Fenomenaal. Ik kan werkelijk geen kanttekening, nuance of vraagteken bij deze biografie plaatsen.

Paul Strijp, 31 mei 2023