Translate

woensdag 15 oktober 2014

Borderline Times van Dirk de Wachter: 300 pagina's gebabbel en gelamenteer


BOEK
Dirk de Wachter Borderline Times. Het einde van de normaliteit. Lannoo Campus, Leuven, april 2014.


De mens die zich ontketend heeft uit de knellende banden van vroegere instituties, maar ondertussen is dóórgeschoten in zijn vrijheid. En door dat surplus aan vrijheid in eenzaamheid ten onder gaat omdat hij gedomineerd wordt door een cultuur die hem voorschrijft 'wat moet'. Daardoor mist hij elke binding met zichzelf en met anderen. Het gevolg is dat onze samenleving van de regen in de drup raakt: grensoverschrijdend gedrag dat vroeger voor uitzonderlijk doorging, wordt meer en meer de norm. Omgekeerd wordt normaal gedrag steeds vaker als ziek bestempeld. Zie hier het grondpatroon in de redenering van De Wachter. Die redenering is op zichzelf interessant, maar boet substantieel aan waarde in door een onvoldoende uitwerking van allerhande fundamentele noties, door een vals nostalgisch verlangen en door het ontbreken van een coherent alternatief of handelingsperspectief.


De Wachter presenteert in dit boek negen criteria om aan te tonen dat we leven in tijden van borderline. Een borderline stoornis kenmerkt zich door instabiliteit en impulsiviteit. Die negen criteria zijn: verlatingsangst, instabiele en intense relaties, onaangepaste agressie, identiteitsstoornissen, affectlabiliteit, impulsiviteit, paranoïde en dissociatiesymptomen, automutilatie en suïcidaliteit, zinloosheid en leegte.

Aan de hand van talloze voorbeelden, variërend van het toenemend drank- en drugsgebruik onder jongeren tot de torenhoge schoonheidsnormen waaraan ons lichamelijk zelfbeeld moet voldoen, toont hij aan dat grensoverschrijdend gedrag steeds meer de norm wordt. Daarbij laat hij de lezer niet ontsnappen, die wordt indringend aangesproken. "Ja, dat geldt óók voor u", laat De Wachter doorklinken. Dat roept soms een prettige spanning op.

Als kanttekening geldt dat die voorbeelden rusten op een vrij smalle empirische basis. Levinas, Houellebecq, de Standaard, de Groene Amsterdammer, Psychologie Magazine en dS Weekblad. Dat zijn wel zo'n beetje de belangrijkste bronnen waarop De Wachter zich baseert. En soms is helemaal niet duidelijk welke bronnen hij raadpleegt. Zoals op pagina 48 waar de auteur stelt dat recente bevragingen van jongeren aantonen dat zij dromen van het zeer klassieke gezin. Welke bevragingen dat zijn?
 
 




 
Met die kritiek valt te leven. Maar het boek lijdt aan drie tekortkomingen die veel ernstiger zijn. Ik laat die hieronder de revue passeren en sluit dan af met een eindoordeel.


Tekortkoming 1: terloopse fundamentele noties

De postmoderne filosoof Rorty die de auteur heeft geïnspireerd, het belang van romans en literatuur, van sociale gelijkheid bij de beteugeling van geweld, euthanasie die betrekkelijk makkelijk als de culturele variant van suïcidaliteit wordt voorgesteld. Slechts een paar voorbeelden van nogal fundamentele noties die de auteur terloops laat passeren maar niet de aandacht geeft die ze verdienen. Deze noties worden allemaal even aangestipt, maar niet coherent uitgewerkt.

Het meest kwalijk manifesteert deze oppervlakkigheid zich in het voorlaatste hoofdstuk, getiteld Hoop. Daar passeert een keur aan auteurs de revue, het voert te ver om die hier allemaal te noemen.Onduidelijk blijft hoe deze auteurs zich tot elkaar verhouden en wat De Wachter's eigen positie is. Dit hoofdstuk doet denken aan een omgevallen boekenkast zoals je die ook wel in scripties tegenkomt van overijverige eerstejaars studenten. Babbelen, babbelen, eindeloos babbelen.


Tekortkoming 2: vals nostalgisch verlangen

Op meerdere plaatsen in zijn boek waakt De Wachter voor cultuurpessimisme. Voor mijn gevoel maakt hij zich niet zozeer aan dat pessimisme schuldig, als wel aan een vals cultuuroptimisme waar het gaat om vroeger tijden. Met andere woorden: aan valse nostalgie. Vroeger was alles beter, is de impliciete ondertoon van De Wachter. Die nostalgie is vals omdat hij nergens een empirisch bewijs levert en omdat hij zijn eigen nostalgie ook weer ontkent.

Zijn redenering heeft vaak het volgende patroon. Tuurlijk wil ik niet terug naar vroeger en tuurlijk was vroeger niet alles beter, maar .... En op diverse plaatsen roept De Wachter vervolgens een sfeer en een geur op die zijn verlangen naar vroeger tijden verraden. Het kerngezin, God, de Heilige Communie, het spelletje ganzenbord, de pint in het café. Ze zijn er allemaal niet meer, stelt De Wachter met spijt vast. En wat is dat toch ontzettend jammer!

Maar of die mensen vroeger nu ook echt allemaal zo veel gelukkiger waren? De recente onthullingen rondom het sexueel misbruik door de katholieke kerk zouden ons extra behoedzaam moeten maken waar het gaat om het speculeren over het welzijn van de mensen in vroeger jaren.


Tekortkoming 3: géén alternatief of handelingsperspectief

Wat te doen in deze samenleving die er nu niet bepaald vrolijker op wordt? De Wachter weet het zelf eigenlijk ook niet. Hij erkent dat niet met zo veel woorden, maar dat blijkt uit de door hem voorgestelde oplossingen. Dat zijn er nogal wat. Volgens De Wachter wordt het thema hechting het kernthema voor de volgende generatie. Dat is toch niet niks, zo'n belofte voor een hele generatie.

Maar ondertussen presenteert hij ook tal van andere alternatieven voor een ontsnapping uit de borderline times. Zoals het hervinden van de verloren gegane samenhang en eenheid in ons leven, het belang van een socialere maatschappij, zinvolle relaties, een kader met aandacht voor ieders individualiteit, een heroriëntatie in het domein van de zingeving. En zo gáát De Wachter maar door. Maar wat hij precies onder die alternatieven verstaat en hoe we die moeten realiseren? Ook aan de epiloog, een op Levinas gebaseerd sluitstuk, voegt hij niets toe.

De Wachter kan duidelijk niet overweg met de fragmentatie en differentiatie die onze moderne samenleving nu eenmaal kenmerkt. Hij ziet het allemaal knarsetandend aan en diep in zijn hart wil hij gewoon terug naar de samenleving van de jaren vijftig.


Eindoordeel

Al met al laat De Wachter met dit boek onbedoeld een uitgesproken cultuurpessimistisch document achter dat rust op een smalle empirische basis. Er gaat weinig meer goed in dit leven, als we de auteur mogen geloven. En die auteur slaagt er niet in om de lezer een hoopvolle uitweg te bieden die voldoende rekening houdt met de hedendaagse maatschappelijke realiteit.

Arnon Grunberg liet op de achterflap van het boek optekenen dat hij van mening is dat u dit boek moet lezen. Ik ben dat niet met Grunberg eens. U kunt uw tijd vast beter besteden.

Paul Strijp, 16 oktober 2014