Translate

maandag 10 juni 2024

David Grossman is in 'De prijs die we betalen' genadeloos voor zijn eigen regering en verzoenend naar de Palestijnen


BOEK

David Grossman  De prijs die we betalen. Essays. Cossee, Amsterdam. Derde druk, februari 2024.


Een Israëlisch schrijver die de regering van zijn geboorteland keihard aanspreekt. En daarbij de mythe ontzenuwt dat Israël een democratie zou zijn. Zo kritisch als hij is naar zijn eigen regering, zo verzoenend stelt hij zich op naar de Palestijnen. Hij pleit voor een verlichting van hun lijden. Hoewel er hier en daar best kanttekeningen te plaatsen zijn, maakt juist deze milde en verzoenende toon dit tot een prachtig boekje.


 




Verraad als vertrekpunt

Grossman voelt zich verraden. Verraden door zijn eigen regering. Waarom? Omdat die regering, premier Netanyahu voorop, omwille van allerhande perverse eigenbelangen de protesten van haar burgers niet serieus heeft genomen. En daarmee de paraatheid van de staat Israël heeft verkwanseld. Wat weer kon leiden tot de afschuwelijke aanval van Hamas op 7 oktober 2023.

Dit verraad vormt het vertrekpunt voor de verzameling essays die dit boekje is. Deze essays zijn beschouwingen van vóór die aanval van Hamas. Met uitzondering van zijn inleidende beschouwing, die is drie dagen later geschreven. De militaire reactie van Israël gedurende de maanden daarna komt in dit boekje dus niet meer aan de orde.


Zou Grossman er nog steeds zo over denken?

Dat geeft direct enig ongemak. De bundel heeft hier en daar al aan actualiteitswaarde verloren. Waardoor je je als lezer soms afvraagt: zou de auteur er nu nog steeds zo over denken? Dat geldt in het bijzonder voor een gedachte in die inleidende beschouwing. Die gaat over de hiërarchie van het kwaad. Dat kwaad bestaat uit gradaties, het ene kwaad is erger dan het andere. Grossman komt in dat licht tot de volgende stellingname.
'Maar we mogen niet de vergissing begaan de zaken te verwarren: ondanks alle woede over Natanyahu, zijn kompanen en zijn gedrag zijn de verschrikkingen van de afgelopen dagen niet door Israël geïnitieerd. Hamas heeft die veroorzaakt. De bezetting is inderdaad een misdaad, maar honderden burgers, kinderen, ouders, ouderen en zieken overmeesteren en dan een voor een in koelen bloede neerschieten is een grotere misdaad.' (pagina 10)  


Israël als land van de mythen

Waar Grossman het hier in vergelijkende zin dus nog voor zijn eigen regering opneemt, gaat hij daarna helemaal 'los'. Los op diezelfde regering. Allereerst door haar uitholling van het rechts- en onderwijssysteem en van de politie, aan de kaak te stellen. Hij wijst op het gevaar van de huidige ontwikkeling naar een dictatuur. Maar wat hij zijn regering het meest kwalijk neemt, is haar bezettingen- en nederzettingenpolitiek in de Gaza en de Westelijke Jordaanoever. Met het voeren daarvan verklaart zij het bezette volk als van nature inferieur. En bedrijft de Israëlische regering in wezen apartheid. 

Dat is op zichzelf al kwalijk genoeg. Maar wat het Israëlische kabinet volgens Grossman aanvullend doet, is dat zij deze politiek uit het collectief bewustzijn van haar burgers verdrijft. Alsof zij deze politiek niet voert. Door in de huidige oorlog tegen de Palestijnen geweld en tegengeweld als automatisme in te zetten. En door haatdragende overtuigingen en symbolen in dat bewustzijn te verankeren en legitimeren. Als een valse kaartspeler in een steeg. Met als gevolg dat er ook geen publiek onbehagen meer is over die bezetting. De staat Israël is dan ook een illusoire staat geworden, een staat die zich kenmerkt door ontkenning en verdringing.


Israël als schijndemocratie

De consequentie die Grossman aan dit alles verbindt, is dat Israël de kwalificatie 'democratie' niet meer waardig is. Formeel of in naam misschien nog wel, want er zijn nog steeds vrije verkiezingen in het land. Maar een 'echte' democratie beschermt de belangen van haar minderheden. En dat verzaakt Israël te enen male. Dat is bovendien iets waar het land van oudsher geen ervaring of traditie in heeft. Immers, de diverse groeperingen die nu de staat Israël vormen, hebben zelf altijd als minderheden in diaspora geleefd. In andere landen, verspreid over de hele wereld. Daar komt bij dat een bezettingsregime voor Grossman nooit een democratie kan zijn. Want zo'n regime brengt een hiërarchie aan in de waarde van mensenlevens.

Grossman geeft het Joodse volk dan ook als opdracht mee om te leren hoe een meerderheid te zijn. Welke plichten horen bij die verantwoordelijkheid? Overigens niet alleen naar de Palestijnen, maar ook naar bijvoorbeeld asielzoekers en mensen met een beperking.  


De schoonheid regeert

Er zijn best kanttekeningen bij dit boekje te maken. Zo vraag ik mij af of de beschouwingen van Grossman wel essays zijn. Daarvoor vind ik het zoekende en proberende karakter toch onvoldoende uit de verf komen. Zijn bijdragen zijn voor mijn gevoel opiniërend van aard. Verder had hij zijn verhaal in een bredere internationaal perspectief kunnen plaatsen. De uitholling van het onderwijs- en rechtssysteem bijvoorbeeld is niet alleen in Israël aan de orde. Maar ook in landen als de Verenigde Staten, Rusland, Hongarije en Polen. Zie daarvoor bijvoorbeeld ook het werk van Casper Thomas.

Maar wat overheerst bij het lezen van deze bundel, is de schoonheid. Zo schroomt Grossman niet om zich van zijn persoonlijke en kwetsbare kant te laten zien.
'Maar kijk, het schrijven heeft me de manier geleerd om enerzijds een angstaanjagend gevoel te ervaren van het niets, van een duik in verlies en de totale ontkenning van het leven, en anderzijds, tegelijkertijd, een scherp gevoel van vitaliteit, van de volheid van het leven en de bevestiging daarvan.
Ook na de ramp die ons gezin trof, toen we in een oorlog onze zoon Uri verloren, heb ik geleerd dat wat mij in staat stelt deze dualiteit aan te kunnen - de dualiteit van het niets en het zijn, volgens mij de essentie van het menselijk bestaan - de zo volledig mogelijke onderdompeling is in creatie, in kunst.' (pagina 84) 
Prachtig! Prachtig is ook zijn beschouwing over gelijkheid. Een en ander naar aanleiding van de ongelijkwaardige positie van de ultraorthodoxe joden die weigeren in dienst te gaan.
'Gelijkheid is het startpunt van burgerschap, niet het product ervan. Het is de aarde waaruit het burgerschap opgroeit.' (pagina 79)

Maar het allermooist is toch zijn verzoenende en milde houding naar de Palestijnen. Daarin is haat hem vreemd. De tragedie in het Midden-Oosten is volgens hem alleen te genezen als het lijden van de Palestijnen wordt verlicht. Deze houding getuigt niet alleen van verzoening en mildheid, maar ook van wijsheid. Hoeveel Israëlische schrijvers kunnen zich in deze traditie plaatsen?


Paul Strijp, 10 juni 2024