BOEK
Alessandro Baricco The Game. De opvolger van de Barbaren. Vertaald uit het Italiaans door Manon Smits. De Bezige Bij. Amsterdam, 2019.
De digitale wereld waarin we leven is het gevolg van een mentale en niet van een technologische revolutie. Dat is de centrale stelling van Baricco. De onderbouwing hiervoor levert hij door de 'mentale bewegingen' achter allerhande digitale verschijningsvormen te beschrijven. Welke intelligentie, gedachten en overtuigingen zaten er bijvoorbeeld achter het internet en het world wide web? Die beschrijving is overtuigend. Baricco voegt een nieuw referentiekader over de digitale wereld toe, veel van de gangbare kaders immers zijn juist wel technologisch gefundeerd. Evenals zijn in 2012 verschenen boek De Barbaren is The Game briljant maar soms net iets te lichtvoetig. En net als in dat boek blijft zijn verwijzing naar de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog als één van de motieven voor de mentale revolutie, moeilijk te plaatsen.
De Wet van Moore en de Vierde Industriële Revolutie. Twee zeer gangbare verklaringen voor het ontstaan van onze huidige digitale wereld. Gordon Moore, één van de oprichters van chipfabrikant Intel, voorspelde in 1965 dat het aantal transistors in een geïntegreerde schakeling elke twee jaar zou verdubbelen. Die verdubbeling heeft geleid tot een enorme toename van de rekenkracht van computers, hoewel daar volgens sommigen ooit een einde aan zal komen. Zie ook: https://nl.wikipedia.org/wiki/Wet_van_Moore
En volgens Klaus Schwab, oprichter van het World Economic Forum, zorgt de versmelting van de fysieke, digitale en biologische wereld voor een nieuwe revolutie. Deze maakt het ontstaan van technologiegebieden zoals kunstmatige intelligentie, robotica en virtual reality mogelijk. Zie ook: https://www.weforum.org/about/the-fourth-industrial-revolution-by-klaus-schwab
En dan komt daar Alessandro Baricco, een eigenzinnige Italiaan die in 2012 het boek De barbaren publiceerde. Dat ging ook al over de digitale revolutie. Zie: https://boekbesprekingenpaulstrijp.blogspot.com/2013/08/briljante-baricco-biedt-houvast.html
In The Game gaat Baricco op zoek naar de oorsprong van die revolutie. En wat blijkt? Vergeefs zoek je naar de namen van Moore en Schwab. Wat stelt hij daar dan voor in de plaats? Een redenering waarbij de huidige digitale wereld het gevolg is van een mentale revolutie. Van een onderaardse beving die bestaat uit intelligentie, gedachten en overtuigingen. Een paar voorbeelden.
Mentale revolutie
Ook in de uitvinding van het web schuilt volgens Baricco een mentale beweging. Die staat op naam van Tim Berners - Lee in 1990. Het web creëerde een digitale kopie van de wereld. De onderling met elkaar verbonden sites waaruit dat web bestaat geven op digitale wijze de inhoud van die wereld weer. Volgens Baricco introduceerde Berners - Lee hiermee een nieuwe manier van denken, niet zo maar een nieuw instrument. Dat nieuwe school in de ervaring dat jij als gebruiker beweegt, dat jij navigeert en dat jij de vrijheid hebt om op dat web de dingen op te pakken die jij wilt. Vrijheid dus als mentale drijfveer.
Derde voorbeeld. De Californische tegencultuur uit de jaren zeventig, voornamelijk bestaande uit hippies en nerds in de informaticalaboratoria van de universiteiten, vocht voor een bevrijding van het heersende systeem. Deze beweging wilde de wereld veranderen door de technieken te veranderen. Collectief verzet was het credo: de wereld moest één grote hippie-commune worden. Steve Jobs, de oprichter van Apple, voelde zich verwant met deze beweging. De talloze digitale uitvindingen van Apple kunnen dan ook in deze traditie geplaatst worden.
Wederom briljant
Evenals De barbaren is The Game een briljant boek. Waarin schuilt die genialiteit? Wat mij betreft in de feitelijke uitleg van achtergrond en betekenis van de belangrijkste digitale uitvindingen van de afgelopen decennia, in de metaforen, in de concepten en noties en in de toegankelijkheid.
Allereerst maar eens die uitleg. Baricco laat het internet, het web, de MP3, de personal computer, Amazon, Google, Napster, de Blackberry, Twitter, de iPhone, Spotify en zo nog wat andere digitale verschijningsvormen chronologisch de revue passeren. Dat doet hij zakelijk, in een boek dat voor het overige nogal wat artistieke uitingen heeft. Zo laat hij bijvoorbeeld zien dat internet en het web twee verschillende grootheden zijn. The Game is daarmee in zekere zin een Digitalisering voor dummies.
Baricco bedient zich verder van landkaarten als metaforen. De geologische formaties en verschuivingen op deze kaarten laten de opkomst en soms ook ondergang zien van de MP3 en de andere hiervoor genoemde digitale uitingen. Een luchtfoto van een bergketen, noemt hij die kaarten. Een buitengewoon originele en inzichtelijke methode om de dynamiek van digitalisering weer te geven.
Op zijn fundament van de mentale revolutie strooit Baricco kwistig met allerhande concepten en noties. Zoals de trits mens-toetsenbord-scherm. Deze vormt volgens hem het genetisch materiaal van de digitale revolutie: de mens die de toetsen van een bord bedient en met een scherm verbonden is. We staan er nauwelijks nog bij stil, maar deze combinatie ligt vrijwel altijd ten grondslag aan onze digitale handelingen. Een andere interessante notie van Baricco gaat over het feit dat complexiteit in de digitale wereld onder de oppervlakte blijft. De gebruiker wordt daar niet mee vermoeid. Die ziet geen ingewikkelde schakelingen of transistors. Integendeel, het zijn juist de esthetiek en het comfort die zich aan de oppervlakte in volle omvang aandienen. De titel van zijn boek, The Game, staat weer voor een andere notie. Met de digitale revolutie werd het spel volgens de auteur de basisstructuur van onze beschaving. Met een aangenaam design, een korte tijdsspanne tussen probleem en oplossing, voortdurende beweeglijkheid en puntentelling als voorbeelden van elementen van dat spel.
Baricco schrijft buitengewoon toegankelijk. Hij spreekt de lezer aan in de jij-vorm. De auteur relativeert, bedient zich van de nodige humor en maakt korte ter zake uitstapjes. Dat alles geeft het boek een zekere luchtigheid. Deze maakt de grote informatiedichtheid ook goed 'verteerbaar'.
Kritiek
Op een briljant boek blijft kritiek mogelijk. Die stemt grotendeels overeen met mijn eerdere - tweeledige - kritiek op De barbaren. Bij dat boek had ik allereerst moeite met de notie van Baricco dat diepgang en reflectie er vandaag de dag niet meer toe zouden doen. Volgens hem waren dat begrippen uit de 20e eeuw waar je alleen maar moe van werd. Daarnaast vond ik zijn verwijzing naar de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog te simplistisch. Volgens Baricco wilde de jonge digitale generatie afrekenen met het centraal stellen van de natie en het ras, een belangrijke factor voor het ontstaan van die gruwelen. Die positionering zou een effect zijn geweest van het feit dat diepgang en reflectie voor veel mensen te hoog gegrepen waren.
Deze tweeledige kritiek is ook bij The Game aan de orde. Daar komt een derde element bij. Dat is meer technologisch van aard. De drie elementen van kritiek werk ik hieronder uit.
Optimistische maar iets te lichtvoetige grondtoon
De grondtoon van zijn boek De barbaren was buitengewoon positief. Baricco nam het op voor de jonge, digitale generatie. Zijn boodschap luidde, vrij vertaald:
"Oudjes, jullie moeten niet zeuren. De digitale oppervlakkigheid van de jeugd is géén oppervlakkigheid. Integendeel, het flitsende en snelle is juist haar wezenskenmerk. Daarin vinden jongeren hun betekenis. Dat is niet minder of inferieur, maar gewoon anders. Niet veroordelen, hoor".
De positieve waardering van Baricco voor alles wat digitaal is, klinkt of lijkt, trekt hij in The Game door. Tot aan zijn waardering voor het gedrag van tech-giganten zoals Facebook en Google. Zijn grondtoon is buitengewoon optimistisch. Op sommige momenten iets te naïef, te lichtvoetig voor mijn gevoel. Dat is met name het geval op de pagina's 183 t/m 186.
"In het immense succes van alles wat digitaal en sociaal is staat de banale waarheid geschreven dat we nu eenmaal niet heel ver komen als we alleen worden gelaten met het stille mysterie van wat we zijn. Het helpt ons om getuigen te hebben, het helpt ons om te kunnen bestaan onder het toeziend oog van anderen, (…)"
Wat Baricco maar wil zeggen: omwille van het verminderen van je eigen eenzaamheid kun je maar beter actief zijn op social media. Mijn gedachten gingen direct naar Etty Hillesum, de joodse vrouw die tijdens de Tweede Wereldoorlog een dagboek bijhield. Zij spreekt over de spirituele ervaring van de eigen bronnen. Zij viel dus juist wel terug op het stille mysterie. En volgens haar grote voorbeeld Rainer Maria Rilke, de in 1875 geboren grote Tsjechische dichter, dien je in een relatie de hoeder van elkaars eenzaamheid te zijn. Als er in hun tijd social media waren geweest, hadden deze twee schrijvers vast geen account gehad. Wat ik maar wil zeggen: Baricco heeft een bepaalde opvatting over de wijze waarop wij met onze van nature gegeven eenzaamheid moeten omgaan.
En hij gaat daarin nog een stap verder door te spreken van het gouden land. Dat is het land waarin we het menselijk tekort niet hoeven accepteren. Immers, door een bericht naar Instagram of Twitter te sturen kunnen we onze eenzaamheid bijschaven. Deze woorden roepen het beeld op van het leven als een feest. Als een gebeurtenis waarin technologie de minder plezierige kanten van de menselijke existentie naar de achtergrond verdringt. Als een variant op de ondraaglijke lichtheid van het bestaan. Een kwestie van levens-filosofische overtuiging. Ik deel die van Baricco niet.
Opnieuw een 'faux pas'
Op pagina 16 stelt Baricco dat de digitale revolutie mede is ingegeven door de poging om "... fouten te corrigeren die ons duur waren komen te staan". Met andere woorden: de generatie die deze revolutie ontketende had nooit meer oorlog als belangrijk motief. Deze gedachte herhaalt hij op diverse plaatsen. Echter, Baricco onderbouwt deze niet. Dat had bijvoorbeeld gekund door een aantal uitspraken van vertegenwoordigers van de Californische tegencultuur aan te halen. In mijn bespreking van De barbaren noemde ik deze omissie een faux pas. Deze maakt hij nu weer.
Toetsenbord als museaal pronkstuk
Baricco rekent de combinatie van de mens die via een toetsenbord met een scherm is verbonden tot het erfelijk materiaal van de digitale revolutie, het logo van onze beschaving. Toch is het zeer de vraag of de trits mens - toetsenbord - scherm als erfelijk materiaal op de lange duur standhoudt. Dat heeft te maken met de ontwikkelingen rondom de Natural Language Processing (NLP), een vakgebied binnen de kunstmatige intelligentie. Zie bijvoorbeeld wat Max Welling, hoogleraar Machine Learning aan de Universiteit van Amsterdam, daarover te zeggen heeft in zijn boek Over leven met kunstmatige intelligentie (2018, pagina's 36, 44).
"Gaan we na van de typemachine afscheid te hebben genomen nu ook afscheid nemen van het toetsenbord? Het vakgebied Natural Language Processing (NLP) zorgt voor een revolutie in spraakherkenning. NLP zoekt de werkelijke betekenis van een zin. (…) Wat betekenen deze serie woorden, wat is de intentie achter deze vraag? (…) Het resultaat is dat je smartphone nu begrijpt wat je zegt. Ik denk inderdaad dat het toetsenbord ook naar het museum gaat (…) Het lijkt duidelijk dat we met onze computers gaan praten, en niet meer naar een schermpje turen en op een toetsenbord zinnetjes intypen. Die technologie is bijna klaar".
Tot slot: bijdrage aan meervoudig kijken
Baricco heeft met The Game een bijdrage geleverd aan -wat bestuurskundigen noemen- meervoudig kijken. Dat is de grote verdienste van dit boek: naar de digitale revolutie kun je niet alléén vanuit een technologisch, maar ook vanuit een cultureel oogpunt kijken. Een waardevol inzicht.
Paul Strijp, 6 oktober 2019
Geen opmerkingen:
Een reactie posten