BOEK
Floor Milikowski Van wie is de stad. De strijd om Amsterdam. Uitgeverij Atlas Contact. Amsterdam / Antwerpen. Tweede druk, maart 2018.
Een toenemende ongelijkheid en segregatie, een afnemende diversiteit, een brozer wordende democratie en een steeds mono-functionelere economie. Dat zijn de lokale Amsterdamse effecten van een keiharde internationale concurrentie tussen enerzijds het nieuwe grootkapitaal en anderzijds de gemeente. In een notendop is dit de kernboodschap van Milikowski. Zij beschrijft de ontwikkelingen in Amsterdam telkens vanuit een breder regionaal, nationaal, internationaal of thematisch perspectief. Dat doet zij helder en meeslepend. Mijn belangrijkste kritiekpunt is dat de auteur vrijwel nergens zelf positie kiest.
De strijd om Amsterdam heeft Milikowski haar boek als ondertitel meegegeven. Maar als datzelfde boek één ding duidelijk maakt is het wel dat die strijd ongelijk is. Eigenlijk rijst de vraag: is er überhaupt wel een strijd? Aan de ene kant staan partijen als Airbnb, beleggers, investeringsmaatschappijen, vastgoed- en grondeigenaren en niet te vergeten de toeristenbranche. En aan de andere kant de gemeente. Machteloos, zoekend, wanhopig, achter de feiten aanhollend. Het meest pijnlijk blijkt die machteloosheid uit de woorden van Oranje, voormalig voorzitter van het stadsdeel Centrum. Hij mag wat prevelen over de veranderende economie, maar staat met lege handen en slaat werkelijk geen deuk in een pakje boter als het gaat om het aanpakken van die economie.
Nieuwe grootkapitaal
Wat zijn de effecten van dat nieuwe grootkapitaal? Milikowski laat zien hoe een conglomeraat aan grote partijen de stad onzichtbaar doch meedogenloos verandert. Zelfs zo sterk dat er volgens velen voorzichtig wordt geknibbeld "... aan de ziel van de stad, aan haar eigenheid, karakter, passie en grillen" (pagina 92). Wat is de bijdrage van elk van die partijen aan die beweging?
Airbnb zorgt voor een tweedeling op de Amsterdamse woningmarkt: eigenaren die wel tegenover zij die geen mogelijkheid hebben om hun woning via dit platform te verhuren. Per saldo worden daardoor woningen aan de voorraad onttrokken. Met een toename van de schaarste tot gevolg. Mutatis mutandis doet die segregatie zich ook in de buurten zelf voelen.
Beleggers, investeerders en beleggers kopen panden of grond op. Die verkopen zij met grote winsten door, vaak aan internationale ketens. Vooral winkeliers worden hiervan het slachtoffer. De economische diversiteit verdwijnt, de economie wordt multifunctioneler. De oorspronkelijke bewoners van Amsterdam en kunstenaars worden naar de randen van de stad verdreven. Milikowski verwijst in dit verband naar de Amerikaanse sociologe Sassen volgens wie deze dynamiek ook een bedreiging voor de democratie vormt.
De toeristenbranche behoort ook tot de grote jongens. Hotels kopen publieke gebouwen met een hoge culturele en symbolische waarde op voor eigen gebruik. De branche heeft internationaal gezorgd voor een explosieve toename van het aantal reizigers. In Amsterdam veranderen grote groepen toeristen niet alleen de binnenstad maar ook de delen daaromheen. Volgens Milikowski dringen zij hun gedag op aan de omgeving en besteden zij weinig. Zij haalt wijlen burgemeester Van der Laan aan die toerisme een fundamenteel vraagstuk noemde.
Mijn eigen interpretatie van deze ontwikkelingen? Dit nieuwe conglomeraat aan partijen zorgt niet alleen in Amsterdam maar wereldwijd voor een keihard en onzichtbaar kapitalisme. Dat lijkt een volgende fase te zijn ingegaan. Waar het kapitalisme vroeger met haar kinderarbeid voor iedereen waarneembaar was, doet dit nu haar werk met onzichtbare investeringen en platforms.
De verschillende gezichten van de gemeente
Eén van de factoren die de strijd tegen dit nieuwe partijenstelsel voor de gemeente Amsterdam lastig maakt is het gegeven dat zij zelf zeer uiteenlopende belangen heeft. Anders gesteld: de gemeente Amsterdam heeft niet één gezicht.
Aan de ene kant trekt de gemeente ten strijde. Met het oog op de hiervoor genoemde publieke waarden zoals diversiteit en het tegengaan van segregatie en ongelijkheid verklaart zij Airbnb de oorlog. Maar aan de andere kant creëert zij zelf, meestal ingegeven door financiële belangen, de condities waaronder het nieuwe grootkapitaal kan gedijen. Dat zijn de condities waarbinnen de zogeheten gentrification kan plaatsvinden. Een paar voorbeelden uit het boek.
Door nadrukkelijk te investeren in bepaalde straten en buurten trekt de gemeente hoogopgeleide kenniswerkers aan. Dat is niet bepaald een recept om de ongelijkheid tegen te gaan. Hetzelfde geldt voor het eigen vastgoed van de gemeente. Dat zou volgens sommigen veel meer ingezet kunnen worden voor maatschappelijke functies die door de gentrification in de verdrukking komen. Voor ateliers van kleine kunstenaars bijvoorbeeld. De huidige praktijk is anders, stelt Milikowski: atelierpanden worden nog steeds verkocht aan de hoogste bieder (pagina 163). En de handhaving van het bestemmingsplan dat nauwgezet de functie van elk pand in de stad vastlegt, is evenmin consequent. Functies die méér geld opbrengen krijgen soms in weerwil van dat plan de voorkeur.
Kort en goed: Milikowski laat overtuigend zien hoe de verschillende gezichten van de gemeente Amsterdam haar voor de voeten lopen bij het nastreven van publieke waarden die van oudsher hoog in haar vaandel staan.
Beoordeling en kritiek
De kracht van dit boek schuilt in het bredere perspectief. Milikowski slaagt erin om de ontwikkelingen in Amsterdam telkens te plaatsen in een regionale (de strijd van Amsterdam ten opzicht van andere steden en regio's), nationale ("Amsterdam zingt zich geleidelijk los van Nederland", pagina 217) en internationale context (de wereldwijde bewegingen rondom het nieuwe grootkapitaal). Soms is dat bredere perspectief thematisch van aard. Zo plaatst Milikowski de ontwikkelingen rondom de Amsterdamse Sluisbuurt in het kader van de discussies over hoogbouw. Dat doet zij allemaal vakkundig en toegankelijk.
Op bepaalde punten is kritiek mogelijk. Zo overdrijft Milikowski wanneer zij op pagina 63 stelt dat ons land ten tijde van de financiële crisis ruimtelijk in een ravage was beland. De ruimtelijke kwaliteit in ons land staat op onderdelen zeker onder druk, maar kan zich nog altijd ruimschoots meten met die in veel andere landen.
Serieuzer is mijn kritiek dat Milikowski zelf te weinig positie kiest. Zij laat een keur aan boeken de revue passeren en biedt een podium aan diverse deskundigen of belanghebbenden. Met name Hemel, buitengewoon hoogleraar voor grootstedelijke vraagstukken, wordt geen strobreed in de weg gelegd bij zijn pleidooi voor een verdere verdichting van Amsterdam. Wat vindt Milikowski hier zelf van? Die vraag wordt des te prangender omdat zij een aantal anderen (Bodewes, Raspe) ten tonele voert met afwijkende visies. Welke positie betrekt de auteur?
Eigenlijk is een eigen duidelijke stellingname van Milikowski alleen te ontdekken in haar kritiek op een aantal boeken (zie de pagina's 244 en 259).
Tot slot
Wat is Amsterdam in veertig jaar veranderd. Het klinkt een beetje als een verhaal in de categorie Opa vertelt. Maar lees eens mijn bespreking van een boek van Rob van Essen over het Amsterdam van begin jaren tachtig.
https://boekbesprekingenpaulstrijp.blogspot.com/2017/08/kind-van-de-verzorgingsstaat-van-rob.html
Een stad in verval, in velerlei opzicht. En nu? Een stad die van gekkigheid niet weet hoe zij de rijkdom en haar aantrekkingskracht moet beteugelen. Amsterdam is er op vooruit gegaan, zeker. Maar de strijd voor het behoud van haar historische publieke waarden is onzeker. Dat is absoluut het inzicht dat Milikowski met haar boek heeft aangedragen.
Paul Strijp, 18 augustus 2019
Geen opmerkingen:
Een reactie posten