Translate

donderdag 7 januari 2016

Als een Kierkegaard op de fiets schrijft Hans Boutellier Het seculiere experiment



BOEK

Hans Boutellier  Het seculiere experiment. Hoe we van God los gingen samenleven. Boom, Amsterdam, 2015.


Heeft de ontkerkelijking ons land in een chaos gestort? Neen, betoogt Boutellier. Wèl heeft de ontkerkelijking geleid tot angst om in die chaos te belanden. Om die angst het hoofd te bieden hebben we met elkaar een immense veiligheidsindustrie gecreëerd. Het verlangen naar veiligheid en geborgenheid heeft daarmee de plaats ingenomen van religie. Door de ontkerkelijking is er ook een grenzeloze vrijheid ontstaan die op haar beurt weer de voedingsbodem vormt voor ethnische conflicten. Boutellier lijkt zelf ook last te hebben van die vrijheid, hij 'snakt' naar een groot verhaal. Maar omdat dat er nu eenmaal niet meer is, zoekt hij zijn heil in socratisch zelfonderzoek en in 'flitsen van gemeenschappelijkheid'. In het gesprek dus.


Boutellier liep al zo'n vijftig jaar rond met een opmerking die zijn vader ooit maakte. Als niemand meer in God gelooft, dan wordt het een zooitje, jongen.  Die opmerking heeft hem nooit losgelaten. Tijdens een fietstocht naar Rome stelde hij zich dan ook de vraag: is dat nu zo, wat mijn vader indertijd beweerde? Iets academischer geformuleerd: kan de moraal ook zonder God worden gefundeerd?



Waar gaat u heen, mijnheer Boutellier?

Die fietstocht moet hem goed hebben gedaan. Dat kan niet anders, want het boek leest als een geestverruimende ervaring. Boutellier haalt ontzettend veel overhoop en presenteert talloze interessante en lezenswaardige gedachten. Allemaal intellectuele hoogstandjes zogezegd. Tezelfdertijd schuilt in die veelheid ook de zwakte. Het kost nogal wat moeite om de rode draad in het betoog te ontwaren. Als lezer vraag je je voortdurend af: waar gaat dit heen?


Kierkegaard op de fiets

Uiteindelijk zou je die rode draad als volgt kunnen samenvatten.

Het proces van ontkerkelijking heeft in ons land niet geleid tot chaos en evenmin tot het verdwijnen van de religie. Integendeel, religie is taaier dan we denken. Die blijft in talrijke varianten bestaan. Wel heeft dat proces geleid tot het wegvallen van elk houvast. Er is volgens Boutellier een grenzeloze vrijheid ontstaan waarin we het allemaal zelf maar moeten uitzoeken.

"(...) We zijn vrij om te bepalen wat we willen, maar we moeten iets vinden zonder te weten waar we naar zoeken."

Bij het beschrijven van die vrijheid doet Boutellier soms aan een existentialist denken. Aan Kierkegaard bijvoorbeeld. Die kon het duizelingwekkende van onze vrijheid ook zo mooi en adembenemend verwoorden.

Maar die vrije ruimte en de twijfel die daaraan inherent is, is niet probleemloos. Boutellier laat zien dat sommige islamieten en fundamentalisten er maar moeilijk mee uit de voeten kunnen. Daardoor biedt die vrijheid ook een voedingsbodem voor ethnische conflicten. Die leiden tot angst. Om die te beteugelen hebben we een ongebreidelde veiligheidsindustrie in het leven geroepen en een dito veiligheidsobsessie voor onszelf gecreëerd.




Dit boek is zeer lezenswaardig. Behave op de rode draad heb ik eigenlijk maar op één ander punt kritiek: sommige hoofdstukken roepen hier en daar vragen op.


Een beetje zouteloos

Om de opmerking van zijn vader te kunnen 'toetsen', presenteert Boutellier vijf zogeheten veldstudies in vijf verschillende hoofdstukken. Die studies zijn verkenningen waarin hij de stand van zaken opmaakt in een bepaald maatschappelijk domein. Zo schrijft hij over de criminaliteit, de surveillance ofwel de veiligheid en over de pornografie. Die studies dragen alle materiaal aan waarmee die vaderlijke opmerking op waarde kan worden geschat. Dat is niet het geval met de studies over de superdiversiteit en de sociale wetenschap.

Het hoofdstuk over de superdiversiteit is nogal zouteloos. Te veel opmerkingen waarvan je denkt: tja, wat moeten we ermee? Een paar voorbeelden.


"Het beeld van superdiversiteit kan dat van een integrerende eenheid vervangen, maar maakt de problemen niet minder groot. Ze zijn net zo rijkgeschakeerd als de samenleving divers is" (pagina 135)

"Het besturen van verschillen betekent per definitie variatie in beleid naar probleem en groep" (pagina 138)



"Het onderscheid tussen algemeen en specifiek beleid is vanuit een pragmatisch perspectief te simpel. Wat vooral telt, is dat we als samenleving verder moeten; het is het sterktste motief bij de oplossing van conflicten en het benutten van kansen"  (pagina 141)

Het hoofdstuk over de sociale wetenschap is interessant, vooral waar het gaat om haar waarheidsaanspraak. De wetenschap heeft tegenwoordig geen monopolie meer. Integendeel, zij moet zich voortdurend verantwoorden ten opzichte van belanghebbenden en participeren in een proces van consensusvorming. Maar wat kan de vader van Boutellier hiermee? Dit hoofdstuk staat erg op zichzelf en maakt een nogal geïsoleerde indruk.


En toch ...

En toch, deze kritiek valt in het niet bij de totale waarde van dit boek. Boutellier worstelt met onze moderne tijd en 'snakt' naar een groter verhaal dat hem houvast biedt. Als lezer voel je de spanning. De auteur analyseert koeltjes dat de grote verhalen vandaag de dag ontbreken. Maar de inkt van zijn analyse is nog niet droog of je voelt evenzeer dat hij als mens zo'n verhaal wel nodig heeft. Hij zoekt zijn heil dan ook in flitsen van gemeenschappelijkheid en overstijgende momenten die het gesprek gaande houden. Alleen die noties al, prachtig! We moeten elkaar bevragen over datgene wat voor ons van waarde is. Boutellier pleit dus eigenlijk -zonder dat met zoveel woorden te benoemen- voor een forse herwaardering van het socratisch zelfonderzoek.

Dat alles geeft Boutellier iets kwetsbaars en dat is mooi. Die fietstocht is niet voor niets geweest. Benieuwd wat zijn vader ervan zou vinden.


Paul Strijp, 7 januari 2016