BOEK
Paul Frissen Het geheim van de laatste staat. Kritiek van de transparantie. Boom. Amsterdam, 2016.
Zijn boodschap is even eenvoudig als paradoxaal. Elk mens heeft geheimen nodig om een beetje interessant leven te kunnen leiden. Zonder die geheimen is zijn vrijheid in het geding. En om die vrijheid van u en mij te beschermen heeft ook de staat geheimen nodig. In een indrukwekkend betoog verweeft Frissen deze boodschap met de rest van zijn oeuvre. Dat oeuvre wordt gedragen door de gedachte dat de staat maximale terughoudendheid moet betrachten in haar bemoeienis met de burger. Dat geldt óók voor haar geheimen: die mag de staat alléén koesteren als de democratische rechtsstaat of de staatsveiligheid gevaar loopt. Te vuur en te zwaard bestrijdt hij de vanzelfsprekendheid van de notie Wie niet transparant durft te zijn, heeft iets te verbergen. Zonder dat hij er melding van maakt, toont Frissen een zeer sterke verwantschap met de Wit-Russische publicist Evgeny Morozov. Wat is het geheim van de verbintenis van die twee?
Uiteindelijk is het natuurlijk allemaal de schuld van de Verlichting. Toen sloten de menselijke vrijheid en de menselijke beheersing een monsterverbond. Een verbond om op grond van de feiten alles te willen weten, elk geheim te onthullen en daarmee vrij te zijn. En om daarmee tevens controle en overzicht te kunnen houden. Frissen laat zien dat van dat verbond een enorme sociale en normerende werking uitgaat: als we alles kùnnen weten, dan wìllen we ook alles weten. Dat is de onderliggende waarde van de hedendaagse neurose naar transparantie.
Als een Hans van Mierlo
Door het hele boek strooit Frissen kwistig met paradoxen. Wijlen Hans van Mierlo zou er zijn vingers bij afgelikt hebben. Je zou er bijna een werkwoord van maken: Frissen paradoxeert onophoudelijk. Dat doet hij niet alleen maar omdat de paradox een interessante stijlfiguur is. Neen, hij laat zien dat de staat baat heeft bij schijnbare en juist niet bij ware tegenstellingen. Schijn speelt een belangrijke rol in zijn redeneringen. Zoals ook symbolen, rituelen en taboes dat doen. Die hebben we allemaal nodig om het verkeer tussen burger en staat, waarbij de grondrechten soms genadeloos worden geschonden, niet in alle naaktheid te etaleren maar juist soepel te laten verlopen.
Spiritualiteit boven wetenschap
Het interessants is Frissen als hij de rol van wetenschapper verre van zich werpt. Als hij zich -excusez le mot- als mens laat zien en de lezer deelgenoot maakt van zijn mysterieuze ervaringen. Op die momenten krijgt zijn werk licht spirituele trekken en treedt zijn katholieke achtergrond heel even aan de oppervlakte.
"En wie getuige is van zwangerschap, geboorte en dood, zal meer dan eens de adem in de keel stokken bij zoveel onbegrijpelijkheid en onverklaarbaarheid. (...) Wie alles weet, is definitief uitgepraat."
Hoe kan dat?
En toch. Bij alle euforie en opwinding bleef ik na lezing met een merkwaardig gevoel zitten. Een gevoel van herkenning: waar heb ik dit allemaal eerder gelezen? Frissen verwijst royaal naar gezaghebbende buitenlandse auteurs als Berlin, Han en Schmitt. Maar de lezer zoekt tevergeefs naar een verwijzing naar de Wit-Russische publicist Evgeny Morozov en in het bijzonder naar zijn boek Om de wereld te redden, klik hier (De Wereld, Tilburg, 2014). Net zo min overigens als Morozov in dat boek Frissen ten tonele voert. De verwantschap tussen beiden is frappant.
"Imperfectie, ambiguïteit, vaagheid, wanorde, de mogelijkheid om u te vergissen, te zondigen en de verkeerde dingen te doen: deze zaken maken allemaal onderdeel uit van de menselijke vrijheid" (Morozov, pagina 14). Deze zin had zó in een boek van Frissen kunnen staan.
"... iemands tijdelijke eetstoornis, is bij uitstek een privéaangelegenheid: hoe minder er over gezegd wordt, hoe beter" (Morozov, pagina 17)
"... handelen tegen het eigenbelang in, niet gezond maar ongezond willen leven, dat alles is ook vrijheid. Er is een fundamenteel recht op vetzucht, zogezegd." (Frissen, pagina 97).
"Hoewel internetcentristen het graag zo voor willen stellen dat de door het internet mogelijk gemaakte openheid ons een levendiger en verantwoordelijker openbaar leven op zal leveren, staat dat nog lang niet vast" (...) Maar betekent een stap terug voor een open overheid ook een stap terug voor de Argentijnse politiek of democratie?" (Morozov, pagina 83, 89).
"...transparantie hoort volgens velen bij de democratie. (...) "De verbintenis tussen transparantie en democratie is om verschillende redenen echter minder vanzelfsprekend dan in de meeste democratietheorieën wordt verondersteld". (Frissen, pagina's 38, 45)
"In ons enthousiasme voor de immense potentie van de nieuwe technologieën om meer openheid en transparantie te verkrijgen, dreigen we het zicht te verliezen op de in wezen politieke aard van de zaken waar die technologieën mee bezig zijn'. (Morozov, pagina 116)
"Ook het actuele vertoog over de smart city berust op een ongebreided techno-optimisme dat in zijn politieke naïviteit gevaarlijk is. Het combineert maakbaarheidsmegalomanie met een miskenning van machtsverhoudingen die in alle databestanden versleuteld zijn". (Frissen, pagina's 49-50)
"Maar bij al die fouten spelen partijen een belangrijke -en vaak onzichtbare- rol in het redelijker en creatiever maken van de politiek. Ze reguleren twisten, bemiddelen bij beraadslagingen en zetten hun gewicht in bij belangrijke zaken". (Morozov, pagina 134)
"Het verlangen de representatie op te heffen is de populistische kant van transparantie". (...) De zucht naar transparantie die de laatste jaren in alle domeinen is doorgedrongen kenmerkt zich door een verafschuwing van elke bemiddeling". (Frissen, pagina 87, 235)
"Maar politiek gedijt bij middelmatigheid (...) Als onderhandelen altijd tot een win-win-situatie zou leiden, zou politiek niet nodig zijn" (Morozov, pagina 136)
"Voor de concrete, dagelijkse politiek gaat het om prudentie, proportionaliteit, bescheidenheid, oordeelsvermogen, tolerantie en kosmopolitisme. Deze deugdenethiek formuleert de eis van voortreffelijkheid (...) Deze voortreffelijkheid is altijd een midden tussen twee uitersten." (Frissen, pagina 259)
"Een project (...) lijkt een model van de politiek te omarmen dat ervan uitgaat dat hypocrisie, inconsistentie en dubbelzinnigheid in wezen slecht en schadelijk is voor goede politiek (...). Maar is dat wel zo? (...) Ze zorgen ervoor dat het politieke proces kan functioneren; zonder deze "ondeugden" zal er iets belangrijks zijn verdwenen. (...) Hypocrisie, leugenachtigheid en dubbelzinnigheid hebben allemaal een aantal belangrijke supporters (...)" (Morozov, pagina 141)
"In de transparante samenleving is alles duidelijk, omdat alles eenduidig is. Er is geen ambivalentie, geen mysterie en geen dubbelzinnigheid (...) (Frissen, pagina 82)
"Is er echt geen ruimte voor schijn in de omgang met elkaar en met onszelf? Kan schijn (...) niet productief zijn in het handhaven (...) van een moreler leven?" (...) Maar misschien moeten we ons eigen streven naar authenticiteit opgeven en accepteren dat inauthenticiteit niet altijd slecht is (...)?" (Morozov, pagina 292, 336)
"Een bestaan zonder schijn is gruwelijk in zijn saaiheid" (...) "De droom van de transparantie berust op het verlangen alle geheimen te onthullen en de wereld te doorzien. Gee facade meer, geen schijn, geen maskerade". (Frissen, pagina 18, 52)
"Al deze pogingen om de menselijke situatie te verbeteren (...) zijn een teken dat Silicon Valley niet tegen onvolmaaktheid kan (...) Als onvolmaaktheid het gevolg is van een weloverwogen besluit van een democratisch geleide gemeenschap, dan hoeven we die niet te elimineren (...)" (Morozov, pagina 332). Deze zinnen tonen verwantschap met het boek De Fatale Staat van Frissen (2013).
Hoe kan dat? Morozov immers acteert nadrukkelijk ook in Nederland (zie: http://tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2011-2012/evgenymorozov.html , https://zoeken.nrc.nl/?q=Evgeny+Morozov&sort=date ) Kennen die twee elkaar niet? Of nemen ze elkaar misschien niet serieus?
Kan de staat de informatiemonsters temmen?
Wat zouden ze elkaar veel te bieden hebben! Waar Frissen tekeer gaat tegen een al te enthousiaste informatiepositie van de staat, houdt Morozov een tirade tegen de ongebreidelde honger van de Facebooks, de Googles en de Twitters van deze wereld om alles van hun gebruikers te weten te komen. En zoals Frissen zelf stelt: in de technologische maatschappij zijn prominente rollen weggelegd voor staat, burgers en bedrijven. Je zou zelfs kunnen zeggen: juist om de geheimen en dus de vrijheid van de burger te beschermen is er voor de staat alle reden om zich niet alléén te bezinnen op haar eigen positie ten opzichte van die burger. Over die positie handelt de reflectie van Frissen. Er is minstens zo veel reden voor een grondige bezinning van de staat ten opzichte van die bedrijven. Welk publieke waarden en belangen vertegenwoordigen zij, bijvoorbeeld met hun algoritmen? Algoritmen zijn de geheime formules waarmee Google bepaalt hoe hoog internetberichten op de zoeklijsten verschijnen. Daarmee zou Google - zo wordt wel eens beweerd- invloed kunnen uitoefenen op verkiezingscampagnes.
Een prachtige paradox: hoe kan een overheid die de grootste moeite heeft om zichzelf te disciplineren in haar gulheid om informatie van de burger te vergaren, met recht deze informatiemonsters temmen?
Officieel verzoek aan de heer Frissen
Ik zie een vruchtbare samenwerking tussen twee heren voor me. Frissen kondigt aan dat zijn volgende boek over het taboe zal gaan. Ik verzoek hem hierbij officieel om éérst samen met Morozov een boek te schrijven over de ingewikkelde driehoeksverhouding van staat, burgers en bedrijven.
Maar voorshands rest het geheim: kennen ze elkaar of niet, Frissen en Morozov?
Paul Strijp, 3 februari 2016
P.S. Voor mijn boekbespreking van De Fatale Staat van Paul Frissen: http://boekbesprekingenpaulstrijp.blogspot.nl/search?updated-min=2013-01-01T00:00:00-08:00&updated-max=2014-01-01T00:00:00-08:00&max-results=6
Geen opmerkingen:
Een reactie posten