BOEK
Martha Nussbaum. Politieke emoties. Waarom een rechtvaardige samenleving niet zonder liefde kan. Ambo, Amsterdam, 2014.
Ze heeft er slechts één zinnetje voor nodig. In een boek van meer dan vierhonderd pagina's schrijft zij op pagina 70: " Het romantische idee dat emoties alleen iets waard zijn als ze ongevraagd opkomen, moet worden verworpen: we kunnen deugdelijk leren voelen, net zoals we deugdelijk kunnen leren handelen." Als we emoties maar begrijpen en weten waar ze vandaan komen, dan kunnen we ze volgens Nussbaum ook politiek beïnvloeden. En die invloed moet gericht zijn op de totstandkoming van een stabiele samenleving. Dáárover gaat haar boek en eigenlijk nauwelijks over de relatie tussen liefde en een rechtvaardige samenleving. "Waarom een stabiele samenleving niet zonder politieke sturing op emoties kan" was dan ook een passender ondertitel geweest.
Over Martha Nussbaum
Martha Nussbaum geldt als één van de grote naoorlogse
filosofen. In het boek Filosofen van deze tijd van Doorman en
Pott[i]
heeft zij een plaats te midden van prominenten als Heidegger, Wittgenstein,
Popper en Sartre. Uit het portret dat van haar wordt geschetst blijkt dat een
groot aantal thema’s en gedachten uit eerder werk, ook in dit nieuwe boek de
revue passeren. Haar liefde voor tragedieschrijvers die het leven als
wisselvallig en onzeker etaleren. Haar aandacht voor de context. Haar zoektocht
naar een basale, gedeelde menselijkheid. Haar voorkeur voor reflectie,
pluraliteit en kritiek boven gewoonte, eenkennigheid en traditie. Haar voortdurende
nadruk op empathie en verbeeldingskracht. Haar niet aflatende pleidooi voor
onderwijs dat opleidt tot democratisch wereldburgerschap. Allemaal bekende thema’s
van Nussbaum die met elkaar ook de rode draad van dit nieuwe boek vormen. De
vraag rijst dan ook wat zij met dit boek aan haar oeuvre toevoegt.
Nussbaum vertrekt vanuit de overtuiging dat politieke
principes in een liberale staat emotionele ondersteuning nodig hebben. Emoties immers
versterken volgens haar de toewijding aan die principes, tenzij ze uit één doctrine
stammen. Daarvoor is het nodig om liefde en mededogen te cultiveren. Haar boek
is een zoektocht naar de vormen die die emotionele ondersteuning kan aannemen. Die
tocht leidt tot een keur aan voorbeelden. In de rijkdom van die voorbeelden schuilt
voor mijn gevoel het vernieuwende en de toegevoegde waarde van dit boek. Een
opera van Mozart, toespraken van regeringsleiders, tragedies en komedies,
architectuur en kunstwerken in de openbare ruimte. Allemaal uitingsvormen die
politieke ambities kunnen ondersteunen. Allemaal uitingsvormen ook waarin vaak symbolen,
literatuur en in het bijzonder poëzie, muziek, passie en humor doorklinken.
Tijdens die tocht gaat ze op zoek naar de oorsprong van menselijke
vooroordelen, haat, stigmatisering en uitsluiting: waar komen die toch vandaan?
Méér dan Locke en Kant voor haar gevoel doen, zoekt ze de verklaring voor dat
gedrag in psychologische aspecten. Zij doet dat door de menselijke natuur als aangrijpingspunt te nemen
en niet zijn voorgeschiedenis. De oorsprong van dat gedrag vindt zij in de
hulpeloosheid die eigen is aan het menselijk leven. We voelen allemaal dat ons
lichaam kwetsbaar en machteloos is. Het besef van die sterfelijkheid leidt
volgens Nussbaum tot een opleving van het narcisme. Alleen liefde kan daar het
hoofd aan bieden. Daarmee treedt ze in de voetsporen van Mill en Tagore.
Haar zoektocht leidt bij mij tot zowel kritiek als bewondering.
Kritiek
Geïnspireerd door Rousseau, Mozart, Herder en Comte stelt
Nussbaum dat we de problemen van onze samenlevingen moeten aanpakken in een
geest van liefde. Alle kernemoties die een fatsoenlijke maatschappij schragen,
zijn immers geworteld in liefde. Volgens haar moet de theorie van Rawls over emoties
in een rechtvaardige samenleving worden uitgebreid met liefde. De bewijsvoering
voor het waarom daarvan levert ze niet. Regelmatig passeren noties over het belang van liefde,
maar de vraag waarom liefde bijdraagt aan juist een rechtvaardige
samenleving beantwoordt zij niet.
Bovendien gebruikt Nussbaum nogal storend de begrippen rechtvaardige samenleving, fatsoenlijke samenleving en publieke cultuur door elkaar. Dat komt de helderheid van haar betoog niet ten goede. Daardoor blijft de ondertitel van het boek wat gratuit, zeker in het licht van het zojuist verschenen boek van Piketty over het belang van materiële herverdeling voor een rechtvaardige samenleving. Liefde is belangrijk, zeker in de opvoeding van kinderen, zoveel maakt Nussbaum wel duidelijk. Maar draagt een gelijke verdeling van kapitaal en vermogen niet veel meer bij aan rechtvaardigheid, zo vraag je je af.
Bovendien gebruikt Nussbaum nogal storend de begrippen rechtvaardige samenleving, fatsoenlijke samenleving en publieke cultuur door elkaar. Dat komt de helderheid van haar betoog niet ten goede. Daardoor blijft de ondertitel van het boek wat gratuit, zeker in het licht van het zojuist verschenen boek van Piketty over het belang van materiële herverdeling voor een rechtvaardige samenleving. Liefde is belangrijk, zeker in de opvoeding van kinderen, zoveel maakt Nussbaum wel duidelijk. Maar draagt een gelijke verdeling van kapitaal en vermogen niet veel meer bij aan rechtvaardigheid, zo vraag je je af.
En dan volgt dat zinnetje op pagina 70. Dat bestaat uit twee
delen. Het eerste deel luidt: het romantische
idee dat emoties alleen iets waard zijn als ze ongevraagd opkomen, moet worden
verworpen. Er is kennelijk een school of traditie die plotseling
opkomende emoties waardeert. Welke school is dat en waarom deugt die niet? Nussbaum
levert niet één argument. Bij het tweede
deel van de zin (we kunnen deugdelijk
leren voelen, net zoals we deugdelijk kunnen leren handelen) blijkt dat zij uitgaat van een bepaald type benadering van emoties: een instrumentele. Noties als Emoties
moeten ondergeschikt gemaakt worden, het in een passende vorm cultiveren van
emotie, het politiek gebruik van medeleven, de politieke kunst van het wekken
van emoties zijn aan de orde van de dag. Een deugdelijke emotie is kennelijk
een emotie die zo gestuurd kan worden dat hij bijdraagt aan stabiliteit en niet verstorend werkt voor de
maatschappelijke orde. Dat is een te rechtvaardigen keuze. Maar emoties hebben ook nog een intrinsieke waarde. Bovendien kunnen emoties, bijvoorbeeld boosheid, een ontregelend karakter hebben. Daaraan besteedt zij nauwelijks aandacht. Hoe verhoudt dat karakter zich tot de mogelijkheden van politieke beïnvloeding?
Bewondering
The New York Times
schreef ooit dat Martha Nussbaum niet bang is om bestempeld te worden als filosofisch naïef. Er hangt inderdaad een
zweem van naïef optimisme rond haar boek. Het populisme is wereldwijd hardnekkig,
niettemin gelooft Nussbaum in een tragedie of een mooi plein als bestrijdingsmiddel. Zo
werkt het niet schoot regelmatig door mijn hoofd. Dat zal ook komen omdat
Nussbaum zelf nergens wijst op de beperkingen of moeilijkheden van haar
benadering. Haar optimisme is eindeloos. Dat neemt niet weg dat ze aan het einde van
haar boek behoorlijk relativeert en ook haar geloof in eigen kracht wat lijkt te
verliezen. Uit angst voor een controverse kiest ze naar eigen zeggen voor een mager politiek concept. Dat is
natuurlijk inherent aan haar streven naar haar variant van een religie van de mensheid. Die
kan eenvoudigweg niet al te uitgesproken zijn. Het is volgens haar voldoende als genoeg mensen genoeg voelen op genoeg
momenten.
“Natuurlijk komt er kritiek op dit boek. Menigeen zal zeggen dat mijn oproep tot liefde niet realistisch is, en wat te veel gevraagd, als je denkt aan de staat van de politiek in zo goed als alle landen. (…) Dat is allemaal best, maar heeft een natie dan geen behoefte aan een hart? Bestaat er behoefte aan expertise, maar niet aan alledaagse emoties als medegevoel, aan lachen en huilen (…) of aan verwondering bij het zien van iets moois? Als een natie inderdaad zo is, kun je maar beter ergens anders gaan wonen.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten