BOEK
Casper Thomas De autoritaire verleiding. Over de opmars van de antiliberale wereldorde. Uitgeverij Atlas Contact. Amsterdam / Antwerpen. Tweede druk, januari 2019.
Vrijheid en democratie. Een Siamese tweeling, zou je denken. Niet dus. Aan de hand van de ontwikkelingen in vijf landen (Turkije, Hongarije, India, Rusland en de Verenigde Staten) laat Thomas zien hoe een democratie ook kan leiden tot een vermindering van de vrijheid. Tot een antiliberale orde. Zijn analyse: deze landen hebben een compleet andere perceptie van het verleden dan veel westerse democratieën. Zij voelen zich bijvoorbeeld gekrenkt door een voormalig bezetter en willen met dat gevoel afrekenen. Kort en goed: deze vijf landen hebben wel iets anders aan hun hoofd dan het streven naar een liberale democratie. Het gevolg is dat democratieën in rap tempo kunnen eroderen. Democratieën blijken zeer broze bouwwerken.
"Het democratische succes van het illiberalisme zorgt voor veel vraagtekens. Er is geen eenduidige historische verklaring waarom deze wending zich heeft voltrokken", stelt Thomas in zijn slothoofdstuk. Anders geformuleerd: vijf verschillende naties, vijf verschillende verhalen, vijf verschillende verklaringen voor het ontstaan van een democratie met verminderde vrijheid. Met als enige rode draad hooguit de collectieve blindheid van de liberale democratieën zelf. Deze hebben zich wat hooghartig getoond. Hun houding was: wie doet ons iets? Zij hebben nooit voor mogelijk gehouden dat er een serieus alternatief voor haar eigen bestaansvorm zou kunnen ontstaan.
Om te beginnen: de vijf verhalen van Thomas in kort bestek. Welke constellatie van factoren kon in elk van deze landen zorgen voor het ontstaan van een antiliberale orde?
Turkije: antiliberalisme door een historische voedingsbodem van tegenstellingen over identiteit
Thomas is al een eindje op weg met zijn analyse van Turkije als hij plots de antropologe White ten tonele voert. Zij laat volgens hem zien hoe president Erdogan gedreven wordt door loyaliteit en sociale netwerken. "'De tegenstelling tussen islam en secularisme, nagenoeg het enige raamwerk dat de meeste westerse analisten gebruiken, levert niet langer een bruikbare diagnostiek', schrijft ze. 'In plaats daarvan zien we een terugkerende cyclus van conceptuele patronen en bijbehorende rollen - die van de "sterke man", de onbaatzuchtige held en de verrader - die al langer de Turkse politieke cultuur ontregelt'."
De zienswijze van White vormt een interessant Fremdkörper in het hoofdstuk van Thomas over Turkije. Want voor het overige ademt dat juist een keihard en klassiek spanningsveld tussen secularisme en islam. Aan de ene kant Atatürk die na het eeuwenlange Ottomaanse rijk de seculiere identiteit wettelijk wilde verankeren. En de etnische en culturele identiteit desnoods met steun van het leger afdwong. Een lijn die later werd voortgezet door de kemalisten. Aan de andere kant Erdogan met zijn partij AKP. Voortdurend op zoek naar een vergroting van de ruimte voor de islam.
De auteur laat dit spanningsveld terugkeren in zijn beschrijving van het leiderschap van Erdogan. "…. deels een nieuwe Atatürk, deels een nieuwe sultan, versmelten oude en nieuwe patronen tot een geheel dat zonder meer van nu is". Dat eigentijdse, dat zonder meer van nu, kenmerkt zich door een scala aan anti-rechtsstatelijke maatregelen en wetten: het overnemen van de rechterlijke macht door de politiek, het afvlakken van het medialandschap, het uit hun functie zetten van wetenschappers, het recht om het parlement te ontbinden, om per decreet te regeren en om rechters te benoemen.
Dit klimaat van tegenstellingen is volgens Thomas door twee factoren versterkt. Beide zijn van nationalistische aard. Allereerst de invloed van de dichter Necip Fazil Kisakürek (1905). Hij gold voor Erdogan als inspiratiebron. En ten tweede de Turkse gekrenktheid als gevolg van de afwijzing van het lidmaatschap van de Europese Unie.
Samenvattend. Hoewel White een ander licht op de Turkse zaak werpt, rijst voor mij uit de beschrijving van Thomas een beeld van een in de kern nog steeds valide tegenstelling tussen secularisme en islam. Het hedendaagse Turkse antiliberalisme heeft op die voedingsbodem kunnen ontstaan. Een aansprekende leider die nationalistische gevoelens weet aan te spreken en zich gaandeweg belangrijke rechten en vrijheden toe-eigent, is daarbij een belangrijke versterkende factor gebleken.
Hongarije: antiliberalisme door het hervinden van een onderdrukte nationale identiteit
In tegenstelling tot Turkije is Hongarije wel toegelaten als lid van de Europese Unie. Dat gebeurde in 2004. Daarin zat voor de Hongaren dus geen bron van frustratie. Toch zorgde juist dat EU-lidmaatschap voor een spanningsveld waarin de antiliberale democratie kon gedijen. Het perspectief van de Europese identiteit botste namelijk met het nationale idee dat de Hongaren na 500 jaar buitenlandse bezetting haar eigen wortels wilde ontdekken. Daartoe haalde het land ook de banden aan met Rusland van president Poetin.
Vanzelfsprekend zijn ook andere ontwikkelingen relevant geweest. Allereerst: Hongarije kent een zeer gepolariseerd klimaat. Zo brengt de klopjacht van de grootste politieke partij, Fidesz, op de democratische voorvechter Soros de auteur tot de conclusie: "... politiek bedrijven draait hier inderdaad om het aanwijzen van vijanden". Verder heeft ook Hongarije, hoewel lid van de EU, haar eigen gekrenkte nationale trots. Deze gaat 100 jaar terug.
"In 1920 werd het Verdrag van Trianon getekend. Trianon legde de eindtermen van de Eerste Wereldoorlog vast. De Oostenrijk-Hongaarse dubbelmonarchie werd op voorstel van de Fransen opgedeeld in losse naties waarbij Hongarije twee derde van zijn toenmalige territorium verloor aan omringende landen en bijna een derde van de Hongaarssprekenden buiten de landsgrenzen kwam te wonen. Het gevoel van historisch onrecht speelt nu weer een belangrijke rol in Hongarije, iets waar Orbán handig gebruik van maakt." (pagina 94)
Tegen deze achtergrond verklaart premier Orbán openlijk een 'illiberale democratie' na te streven. Daarbij gebruikt hij de grondwet voor de herinrichting van de Hongaarse democratie.
"Op papier golden democratische normen: er waren verkiezingen en het parlement had het laatste woord. Maar van een al te levendig democratisch debat was geen sprake. Het dolle tempo waarmee Hongarije na 2010 wetswijzigingen doorvoerde, was een teken dat het parlement zich tot stempelmachine had laten reduceren." (pagina 115)
Een laatste relevante factor voor het ontstaan van de Hongaarse antiliberale orde is een strijd over het verleden. Met name over de rol en betekenis van admiraal Horthy. Deze was tussen 1920 en 1944 als dictator in Hongarije aan de macht, vaardigde antisemitische wetten uit en sloot een coalitie met Hitler. De Hongaren hebben Horthy lange tijd 'aan de verkeerde kant van de geschiedenis' geplaatst maar gunnen hem nu een zekere herwaardering. Een ontwikkeling die Thomas veel waarde toedicht. EU-lid Hongarije 'herordent' volgens hem zijn verleden.
"Hoe dan ook is het duidelijk dat in Hongarije wordt gestreden om een nieuwe historische indeling van goed en fout (…). Een specifieke kijk op het verleden laat zich echter niet afdwingen. Naast een conflict over democratie en rechtsorde hangt het vooruitzicht van een grimmige herinneringenstrijd daarmee boven Europa". (pagina's 121, 124)
India: antiliberalisme door de combinatie van internationale ambities en het hindoe-primaat
India kan bogen op een 70-jaar oude democratie, geschraagd door de beginselen van diversiteit en pluralisme. In 2014 werd deze in één klap weggevaagd. Waarom? "De kiezers wilden geen dynastie, maar meritocratie. Ze kozen niet voor een kroonprins, maar voor een theeverkoper die zichzelf omhoog had gewerkt." Vrij vertaald: de kiezers hadden genoeg van de vriendjespolitiek in de lijn van Gandhi en Nehru en kozen voor een model waarbij je maatschappelijke positie afhangt van je prestaties.
En toen ging het hard. Die theeverkoper was Modi. Hij won de verkiezingen met een absolute meerderheid. En Modi wist wat hij wilde. Het primaat van het bedrijfsleven boven de staat, de wil van de leider boven de beginselen van bureaucratie en het hindoeïsme als basis van de Indiase beschaving. Dat laatste element vormt de drijvende kracht achter een ambitieuze internationale agenda.
"Wat de wereld niet direct opmerkte, was dat India met Modi richting de voorhoede van de geschiedenis stootte: India omarmde illiberale machtspolitiek, plus een nieuw historisch verhaal om dit te legitimeren. (…) 'Ik ben een Indiër en ik heb een simpele definitie van secularisme. Jullie zullen het met mijn definitie eens zijn - hij luidt: "India eerst". " (pagina 131)
Op basis van dit verhaal ontwikkelt India zich verder. Met een toenemend gebruik van geweld jegens de moslims en met een autoritaire en centralistische leiderschapsstijl van Modi die zich mag verheugen in een toenemende populariteit en met een internationale beeldvorming die erop gericht is om de wereld te laten zien dat India haar plek op het wereldtoneel opeist.
Evenals in zijn beschrijving van Hongarije vraagt Thomas aandacht voor het belang van de wijze waarop de machtshebbers de geschiedenis definiëren. Ook Modi legt de nadruk op de periode waarin zijn land onderdrukt is. "De slavenmentaliteit die 1200 jaar heeft geduurd zit ons dwars." Door dit accent maakt Modi volgens Thomas de revanche onderdeel van de historische dynamiek van India. "De echte inzet van dit debat waren niet jaartallen, maar de betekenis van de geschiedenis voor de identiteit van India op dit moment."
Waar Thomas de grondspanning van de Indiase politiek beschrijft als een scheidslijn tussen het in ere houden van de hindoenatie enerzijds en het seculiere diversiteitsideaal van Nehru anderzijds, is hij in zijn slotsom overduidelijk.
"Het oude India, van Jawaharlal Nehru, Mahatma Gandhi en de Congrespartij, die onderdak probeerden te bieden aan alle geloofsgroepen in India, verdwijnt langzaam uit beeld. (…) Sinds India zijn geschiedenis als democratie begon ging achter iedere politieke handeling steeds een fundamentele keuze schuil: die voor de liberale democratie waarin de meerderheid regeert en de rechten van de minderheden tegelijkertijd gewaarborgd bleken, of die voor de illiberale, waarbij het beschikken over een meerderheid wordt gebruikt om een dominante cultuur te bevorderen ten koste van de rest. (…) In Modi's India, waar de massa een bloedspoor door de recente geschiedenis trekt, heeft dat laatste op dit moment de overhand." (pagina's 181, 183)
Rusland: antiliberalisme door het streven om vernedering met oude verhalen te overwinnen
Ook hier gekrenkte nationale trots.
"Het nieuwe verhaal van Rusland dat Poetin heeft vormgegeven is gebaseerd op het overwinnen van de jarenlange vernedering waarin Rusland was beroofd van zijn status als historische kracht en noodgedwongen genoegen moest nemen met een ondergeschikte rol op het wereldtoneel."
Volgens Thomas heeft dat verhaal geleid tot nieuwe interesse in oude bronnen. Iljin, Berdjajev, Solovjov, Goemiljov, Troebetskoi, Doegin en Timofejev: àls de westerse liberale democratieën al ooit van deze namen gehoord zouden hebben, dan hadden ze daar in het geheel geen aandacht voor. Zij zaten te veel vast in het verhaal dat er voor hun eigen staatsvorm geen alternatief zou zijn. Democratie was toch immers het einde van de geschiedenis?
Hoe het ook zij, het denken van elk van deze lieden had invloed op Poetin.
"Inmiddels lijkt Poetin er definitief van overtuigd dat het idee dat Rusland op het Westen zou gaan lijken een historische vergissing is. (…) Deze denkers die Poetin inspireren (…) geloven in het eurazianisme, het idee dat er één grote beschaving zou kunnen bestaan die zich over het Europese en het Aziatische continent uitstrekt, gestoeld op het christendom en waar Rusland als 'hartland' de regie over voert." (pagina 229)
Daar kwam bij dat Poetin veel ruimte kreeg toebedeeld. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie immers kampte Rusland met een economische chaos. "Het is Ruslands nationale verhaal in een notendop: chaos en opstand vormen een permanente bedreiging voor staat en kerk, en het is aan de leider om dat gevaar te beteugelen." Met dat verhaal wist Poetin wel raad. Hij pakte het bedrijfsleven in met een deal waarin onderzoek naar onrechtmatigheden werden 'afgekocht' met een belofte van loyaliteit aan hem. En voor het overige kneedde Poetin Rusland tot een postmoderne dictatuur. Een voortdurend van kleur wisselende mix van democratie en dictatuur. Waarbij Rusland volgens Thomas het vermogen heeft om de waarheid voortdurend naar believen vorm te geven.
"In de liberale democratie is de waarheid een toetssteen om de macht te beperken. In haar illiberale tegenhanger geldt de postmoderne aanpak: elke waarheid is relatief en kan dus naar behoeven worden vormgegeven. Zo is Rusland, bedoeld of niet, een politieke trendsetter geworden. Wie beweert dat Rusland (…) is blijven steken in een vorig tijdperk, miskent dat Rusland vooropgaat in de groeiende antiliberale wereldorde." (pagina 235)
Verenigde Staten: antiliberalisme
"Trump is wellicht een geval apart. Wat ontbreekt in zijn illiberalisme, is een fijnmazige kijk op het verleden. 'Make America Great Again' is een losse kreet, nauwelijks ingevuld met namen, jaartallen of gebeurtenissen uit het verleden van de Verenigde Staten. Niets in zijn verhaal geeft substantie aan dat woord 'Great', anders dan zijn eigen succes. (….) Voorlopig blijft Trump de leider die wordt meegesleept door de geschiedenis in plaats van er regie over te voeren zoals Orbán, Erdogan, Modi en Poetin dat doen." (pagina 291-292)
Dit citaat raakt de kern van het verschil van de ontwikkelingen in de Verenigde Staten met die in de overige vier landen. Historische of ideologische bevlogenheid is de Amerikaanse president vreemd. Wat hem niet vreemd is, is het gebruik van het rechtssysteem om politieke tegenstanders uit te schakelen. Dit gaat hand in hand met een groot aantal anti-rechtsstatelijke maatregelen zoals het in hoog tempo regeren per decreet, de opheffing van de scheiding der machten en het oproepen tot geweld. Waarbij zijn hele handel en wandel voortdurend vergezeld gaat van een geur van malversaties.
"De financiële huishouding van de president (…) blijft buiten het zicht van het publiek. (…) Ondertussen gebruikt Trump het Witte Huis zowel als portemonnee als verdienmodel. Nog voor het eerste jaar van zijn ambtstermijn voorbij was, kon hij al de geschiedenis in als de president die het meeste publieke geld erdoorheen heeft gejaagd om zijn persoonlijke levensstijl te financieren ….." (pagina's 271-272)
Waarschuwing
"In een periode van vier jaar vestigde zich de illiberale wereldorde en kwam de twintigste eeuw definitief tot een eind". Zonder meer de duizelingwekkendste zin uit het boek van Thomas. Zeker als je bedenkt dat het ontstaan van de democratie van de Verenigde Staten terugvoert naar de achttiende eeuw. Thomas roept het beeld op dat de verworvenheden van een traditie van meer dan twee eeuwen in vier jaar tijd kunnen worden weggevaagd. Dat is de werkelijke waarschuwing die van dit boek uitgaat. Deze komt nu zijdelings voorbij maar is het waard om luider te laten klinken, óók in Nederland.
De afbraak van de liberale democratie heeft overigens een wat paradoxaal karakter. Zij komt namelijk op een democratische wijze tot stand. Dat laat Thomas voortdurend zien, het duidelijkst aan de hand van de ontwikkelingen in Hongarije. De machtshebbers daar hanteren deugdelijk de regels van het democratische spel, zij het dat zij die tijdens het spel voortdurend veranderen.
Mijn waardering
De vergelijkende analyse van Thomas vind ik interessant en overtuigend. Ik heb er weinig incoherentie in kunnen ontdekken. Mijn enige kanttekening betreft het feit dat Thomas vooral het perspectief van de autoritaire leiders schetst. Wat denken en willen zij? Maar wat is het perspectief van de bevolking? Getuige de mondiale opkomst van het rechts-populisme moet er welhaast sprake zijn van een zekere resonantie tussen beide perspectieven. Voor de lezer blijft dat nu gissen.
Thomas belicht die resonantie alleen op de pagina's 263 - 266. Daar laat hij de beleving van de Amerikaanse bevolking zien. Een cultuurkloof tussen hoog- en laagopgeleiden, gevoed door migratie, zorgt ervoor dat veel kiezers de elite verafschuwen. Iets waar Trump haarfijn op inspeelt. Daar komt ook nog eens het hoge tempo van de economische transformatie bij met een extreme ongelijkheid tot gevolg.
Hoe zit dat allemaal in die vier andere landen?
Paul Strijp, 20 juli 2020